(Myotis noctula)
Verspreiding
De Rosse Vleermuis komt overal in Noord-Brabant voor. De grootste aantallen zijn te vinden op de overgang tussen de zandgronden en de lager gelegen rivier- en zeekleigebieden. Zomerverblijfplaatsen, waaronder een klein aantal kraamkolonies, zijn bekend uit gebieden die verspreid liggen door de provincie. Afgezien van een enkel geval zijn er geen winterslaapplaatsen bekend, omdat deze moeilijk te controleren zijn.
Trend
Over de aantalontwikkeling van de Rosse Vleermuis is vrijwel niets bekend. Gegevens die
verzameld zijn in de omgeving van Haarlem, wijzen op een zeer sterke achteruitgang van
deze soort in de tijd tussen de jaren dertig en de jaren negentig van de vorige eeuw. Deze
verandering is mogelijk grotendeels te wijten aan het verdwijnen van vochtig veenweide-
gebied.
Over veranderingen in het aantal Rosse Vleermuizen in Noord-Brabant is vrijwel niets
bekend. Recente inventarisaties wijzen op een toename van de soort in de omgeving van
Bergen op Zoom tussen 1990 en 2002. Vermoedelijk houdt dit verband met een sterk
verbeterde voedselsituatie ter plaatse, en is deze toename alleen lokaal opgetreden.
Habitat
De Rosse Vleermuis benut uiteenlopende biotopen, zoals grote steden, bossen en waterrijke
gebieden. Als verblijfplaats worden vrijwel uitsluitend bomen benut; een enkele keer kiezen
de dieren een gebouw als onderkomen. Zowel in de zomer als in de winter kunnen Rosse
Vleermuizen in boomholten gevonden worden. Het is tenminste ten dele een trekkende soort,
waarvan zomer- en winterleefgebieden honderden kilometers uit elkaar kunnen liggen.
Anderzijds zijn er in Nederland ook locaties bekend waar het hele jaar door Rosse
Vleermuizen gevonden worden.
De Rosse Vleermuis is waarschijnlijk vooral gevoelig voor veranderingen in het
voedselaanbod, zoals het verminderen van de aantallen insecten als gevolg van verdroging.
Ook het aanbod van geschikte, oude holle bomen speelt voor deze soort een rol.