• header03.jpg
  • header07.jpg
  • header05.jpg
  • header06.jpg
  • header04.jpg
  • header09.jpg
  • header01.jpg

In het weekend van 30 juni tot 2 juli is er door 12 leden van onze vleermuiswerkgroep onderzoek gedaan naar verblijfplaatsen van de meervleermuizen, die foerageren op de Steenbergse Vliet.

Het voormaligesluiswachtershuis op het sluizencomplex BenedenSas diende als uitvalsbasis voor het onderzoek. Onder het genot van een bakje koffie/thee met zelf gebakken appeltaart door Wim hebben we kennis met elkaar gemaakt. Peter volgde met de aftrap over de algemene kennis van de meervleermuis, inclusief de geluiden. Rond 21.30 uur zijn we ingescheept in 3 elektrische sloepen, die ons in bruikleen waren gesteld door Jachthaven De Schapenput van de familie De Neve. Vanuit het dorpje De Heen zijn we over de Steenbergse Vliet richting Steenbergen gevaren. Iedere sloep had een eigen positie van waaruit gewacht zou worden tot de eerste meervleermuizen zouden passeren. 

Figuur 1: Steenbergse Vliet

sloep

positie

1

Kop Steenbergse Haven (het is bekend dat er meervleermuizen hier vandaan de stad in vliegen

2

Ter hoogte van enkele loodsen, die nu nog dienen als caravanstalling, maar ooit mogelijk plaats moeten maken voor woonhuizen

3

Splitsing Steenbergse Haven- Steenbergse Vliet (op deze locatie kunnen eventuele vliegroutes vanuit richting Roosendaal worden waargenomen)

Via de groepsapp hebben we onderling contact gehouden over de vleermuisactiviteiten.

Zoals verwacht werd de eerste meervleermuis waargenomen door sloep 1, die zich het dichtst bij de vermoedelijke verblijfplaats bevindt. Gevolgd door sloep 2 en later pas sloep 3.

Nadat de invliegroute vanuit de haven was vastgesteld is de bemanning van sloep 1 de wal opgegaan om het vervolg van de route te achterhalen. In de wijk ten zuiden van de Steenbergse haven (zie figuur 2) werden een aantal meervleermuizen gehoord. We nemen aan dat de verblijfplaats zich in deze wijk bevindt. Het uitgangspunt voor verder onderzoek.

Bij sloep 2 zijn veel foeragerende meervleermuizen waargenomen. Er zijn geen uitvliegers vanaf de loodsen waargenomen. Om met zekerheid te kunnen zeggen dat er geen meervleermuizen in de loodsen zitten, zal er met meer mensen gepost moeten worden.

Vanuit sloep 3 werd geconstateerd dat er geen meervleermuizen vanuit de richting Roosendaal kwamen.

Naast de meervleermuizen zijn vanuit elke sloep de volgende soorten waargenomen: gewone dwerg, ruige dwerg, laatvlieger, rosse- en watervleermuis. 

Tegen 23.30 uur is het gaan regenen en zijn alle sloepen weer richting de jachthaven gevaren.

Bij thuiskomst hebben we de ervaringen met elkaar gedeeld en het vervolgplan besproken met een snelle blik op de eerste resultaten van de opgenomen geluiden van de batloggers. 

Ondanks de aanhoudende regen toch tussen 3.00 en 4.00 de eerste verkenning te voet door de wijk, waarvan we denken dat de verblijfplaats moet zijn. Daar treffen we enkele gewone en ruige dwergvleermuizen aan. 

Dit keer gaan we samen met de vleermuizen op stok, de meeste mensen willen slapen als de vleermuizen vliegen. Maar dat geldt niet voor de vleermuisliefhebbers. 

Enkele vroege vogels beginnen na een boterhammetje direct de data van de loggers te analysen. Rond half twee ‘s middags is iedereen weer boven Jan en gaan we ontbijten, dan wel lunchen.

De uitsmijters gaan er goed in. Daarna wordt het tijd om weer naar buiten te gaan. Ron vertelt de wetenswaardigheden over het sluizencomplex en de inzet van het Volkerak als waterberging. We wandelen door de Dintelse Gorzen naar de vogelkijkhut. Vanuit hier is het Volkerak goed te zien. Ook hier zijn waarnemingen van de meervleermuis bekend. 

Dan bekijken we een bunker uit de Tweede Wereldoorlog, waarvan we denken dat die op de nominatie moet komen voor vleermuizenwinterverblijf. Met Chiel en Erik wordt gekeken wat eraan moet gebeuren om het geschikt te maken als vleermuisverblijf. De volgende stap is naar de eigenaar, waterschap Brabantse Delta, en mogelijkheden voor subsidie verkennen. 

Inmiddels is het tijd voor het diner. Joke, die al heel het weekend de catering verzorgt, heeft heerlijke voor ons gekookt. Uitbuiken en Erik bestoken met alle vragen die we nog hebben en op naar de volgende ronde.

Op twee strategische plekken worden vaste loggers opgehangen en een apparaat waarmee we de vliegrichting kunnen bepalen. Hiermee proberen we aan te tonen dat de meervleermuizen echt uit de aangewezen wijk komen. We verdelen ons over de straten en Erik rijdt rond met de fiets. We worden achterdochtig gade geslagen door de bewoners, maar door elkaar aan te spreken en wat uitleg vanuit onze kant kunnen we ons vrij bewegen in de nachtelijke uren. De meldkamer van de politie is van te voren ingelicht over onze activiteit. Onze denkrichting over de verblijfplaats wordt wel concreter, maar we krijgen er nog geen vat op. De geluiden die de meervleermuizen produceren zijn boven land toch weer anders dan de boven water foeragerende en we ondervinden veel last van andere soorten die op het zelfde moment rondvliegen en het geluid overstemmen. 

Rest ons nog één kans, dus op tijd klaarstaan voor de invliegers en maar hopen dat ze zwermen.

Om kwart over drie zijn we ter plaatse. Laat ze maar komen, ze krijgen een hartelijk welkom we hebben een mannetje bij de haven staan. De overige personen staan verdeeld over de wijk te posten. Er worden geen zwermende vleermuizen aangetroffen en de vleermuizen die we horen krijgen we nauwelijks te zien. 

Vanuit de kop van de Steenbergse haven hebben we vliegbewegingen gezien en gehoord richting zuid en oost. (figuur 2). Tussen de smalle watergang Wilhelminastraat en de huizen aan de Burgermeester van Loonstraat zijn diepe tuinen. Vanaf hier zijn de daken, zeker in het donker, niet te zien. Aan de voorzijde van de huizen in de B. van Loonstraat zijn de daken wel zichtbaar. Daar zien we wel een aantal gewone dwergvleermuizen invliegen.

 

Figuur 2: Woonwijk ten zuiden van de Steenbergse haven

Via de lange rode lijn zijn de meeste meervleermuizen gepasseerd. Op de locatie van de 2 rode sterren zijn meervleermuizen gehoord. 

Al bij al een zeer gezellig en geslaagd weekend. Het onderzoek wordt vervolgd, de zomer is nog niet ten einde. 

De resultaten van het onderzoek worden verder uitgewerkt en in een rapportage opgenomen.

Deelnemers aan het vleermuisweekend 2017:  Bernadet Adriaenssens, Bert Verheul, Chiel Simons, Erik Korsten, Eva Henrard  , Francien Lambregts van de Clundert, Hermine Verheul, Joke Stoop - Kalis, Peter Twisk, Ron Lambregts, Wim de Vrij, Wim Stoop

De monitoringsprojecten MOB Schaijk en Heesch zijn opgezet in 2010 door de zoogdierenvereniging en zij hebben het project 5 jaar lang begeleid. De binnen dit project opgehangen vleermuiskasten zijn een compensatie voor de gebouwen die daar stonden toen MOB's nog actief waren. Het bleek namelijk bij de inspectie van de gebouwen dat er zich vleermuizen in bevonden. De kasten moesten daar een tijdig alternatief voor zijn, voordat de gebouwen gesloopt mochten worden. De Dienst Landelijk Gebied (DLG) heeft toen de Zoogdierenvereniging opdracht gegeven om gedurende 5 jaar de kasten te volgen en over de resultaten te rapporteren. Na 5 jaar is een einde gekomen aan de overeenkomst. Het laatste rapport is afgelopen jaar gemaakt over het monitoringsjaar 2014.
 
De Telgroep MOB droeg bij aan de monitoring met tweewekelijkse controles, gericht op het vaststellen van vleermuizen in vleermuiskasten en achter de aan gebouwen aangebrachte boeiborden. Ook droeg de telgroep zorg voor de jaarlijkse telling van overwinterende vleermuizen in de voor vleermuizen ingerichte gebouwen en bluskelder.
 
De Telgroep MOB heeft de monitoring in 2015 voortgezet en heeft haar eerste jaarverslag uitgebracht. Door deze telgroep is elke 14 dagen een monitoringsronde gelopen en dat levert uiteraard een stroom aan gegevens op. Totaal zijn er in het gehele gebied 26 monitoringsronden uitgevoerd. Tijdens deze ronden zijn er, buiten de aantallen van de wintertelling, 167 vleermuizen waargenomen in Schaijk (157 gewone dwerg vleermuizen, 9 gewone grootoren en 1 vleermuis dat door slecht zicht niet op naam gebracht kon worden) en 426 in Heesch (409 gewone dwerg vleermuizen, 15 gewone grootoren en 2 vleermuizen waren niet op naam te brengen).
 

Op zaterdagochtend 18 oktober om 10 uur vertrokken we, Hans en Henk de Wit, richting de biologische tuinderij De Twee Linden in de Reek alwaar Carlo Wijnen en Kell Eradus ons stonden op te wachten. Achter de auto een aanhangwagen met daarin een leeg 1.000 liter vat en een grote hoeveelheid waterslangen. Deze methode was een idee van Gerrit Staal nadat we tevergeefs een aantal boeren hadden benaderd om met de tractor en een schone gierton het water in de kelder te laten lopen. Ook de lokale brandweer zag het niet zitten om ons te helpen. Te ver weg. Toen kwam Gerrit met het idee van de tank. Opgelost zo dachten we. Een eenvoudige oplossing die we ook nog geheel zelf in eigen beheer konden uitvoeren.

Om niet een groot aantal kilometers met 1.000 liter water te hoeven rijden, zouden we het 1.000 liter vat bij Kell op de tuinderij vullen met grondwater en dan richting de Vleermuiskelder gaan op het voormalige MOB complex te Schaijk.

151018 foto1Slangen uitleggen, onze slangen en een stuk van Carlo waren lang genoeg om bij de kelder te komen. Na een half uurtje was alles aangesloten en kon het vullen van de kelder beginnen.
Kraan open en vullen maar. Snel kwamen we er echter achter dat het toch wel erg langzaam ging. Slang nagelopen en een tweetal lekken verholpen maar nog steeds ging het heel erg langzaam. Na 2,5 uur hadden we 300 liter in de kelder. Dat schoot niet op. De weerstand van de lange slang was blijkbaar te hoog.

Goede raad was duur. Echter aan de creativiteit van Carlo komt geen eind: "Ik heb thuis een compressor staan waarmee we luchtdruk op de tank kunnen zetten zodat het sneller zal gaan." Carlo z'n buurman had een aggregaat, zo wist hij, en hup het probleem leek opgelost. Carlo naar huis met de deksel van de tank (daar moest een luchtaansluiting op komen) om de aggregaat en de compressor op te halen.

151018 foto2Na een half uurtje was hij terug. Hij had alles bij zich en het deksel was voorzien van een fraaie luchtaansluiting. Alles aangesloten en de aggregaat gestart. Stekker van de compressor in het stopcontact en oeps... aggregaat uit. Opnieuw gestart, stekker er in en oeps... aggregaat uit. Even kijken op de vermogensplaatjes van aggregaat en compressor.
Resultaat: Compressor neemt meer vermogen dan aggregaat kan leveren. Even niet aan gedacht.

Wat nu? Carlo: "Ik heb nog een kleine waterpomp en als we die tussen de slang en de 1.000 liter tank monteren, kunnen we m.b.v. de aggregaat de tank leeg pompen in de kelder." Carlo weer in de auto naar huis om de pomp en materiaal om de pomp te kunnen monteren, op te halen.
Na een tijdje Carlo weer terug. Pomp geplaatst, aggregaat gestart, pomp loopt even en oeps... aggregaat valt uit. U raadt het al: ook de pomp nam te veel stroom op zodra deze water verpompte.
Wat nu. Hans had de oplossing: "Ik heb thuis een kleine compressor die op het stopcontact van de auto kan werken waarmee we luchtdruk op de tank kunnen zetten." Hans naar Nuland met de tankdeksel (moest geschikt gemaakt worden voor de kleine compressor aansluiting) om de compressor te halen.

Wij wachten. Toen kwam Carlo met het idee om aan de buurman te vragen of we zijn elektroaansluiting zouden mogen gebruiken zodat we de pomp van Carlo toch nog zouden kunnen gebruiken.
Naar de buurman: Niet thuis.
Weer wachten.

151018 foto3Kell: "Als we nu eens een grotere aggregaat bij Boels of Kennis huren, dan kunnen we de pomp toch gebruiken. Met meer vermogen moet dat lukken."
Fa. Kennis gebeld met de vraag of ze een aggregaat hadden die groot genoeg was om de pomp van stroom te voorzien en wat de kosten waren. Dat laatste viel wel mee.
Kennis had een aggregaat die groot genoeg was. Kell en Carlo met de bus naar Uden om de aggregaat op te halen.
Drie kwartier later waren ze terug. Pomp weer aangesloten aan de tank, aggregaat gestart en stekker van de pomp er in. Alles draaide perfect. 25 minuten later was de tank leeg en stond er een klein plasje water in de kelder, maar dat was bij lange na niet genoeg.

Watertank uit de aanhanger gehaald en in Kell z'n bus geplaatst (niemand kon de aanhanger trekken daar Carlo en Kell geen trekhaak hadden en Hans naar Nuland was) en naar de tuinderij om het vat te vullen. Weer terug, tank aangesloten en pompen maar. Half uurtje later tank leeg en 5 tot 6 cm water in de kelder. Vonden we nog niet genoeg.

Weer terug naar de tuinderij en weer 1.000 liter in de tank gedaan. Kwartier later weer terug bij het MOB complex en een half uurtje later was de tank weer leeg en 11,5 cm water in de kelder.

151018 foto4Ook Hans was inmiddels terug, alles geprepareerd maar dat hadden we niet meer nodig. De kelder had flink wat water en het was inmiddels half 5 en voor 5 uur moest de aggregaat retour naar Fa. Kennis.
Snel aggregaat retour door Kell en slangen opruimen. Tank terug in de aanhangen en nog effe na kletsen.

We waren allen zeer gelukkig en voldaan over het uiteindelijke resultaat. Flink wat water in de kelder (inmiddels hingen de condens druppels al aan de zolder) en daar was het toch allemaal om te doen.
We weten nu wel voor de volgende keer hoe het moet en het zal dan een stuk sneller gaan.

Resultaat uiteindelijk dus geheel volgens wens, maar een makkie zoals gedacht? Nee niet echt.
Wel een leuke zaterdag gehad.

Henk de Wit.

Het monitoringsproject Bossen Brabantwater en omgeving is een aantal jaren terug opgestart als compensatieproject. De kasten die er toen opgehangen zijn waren verblijfscompensaties voor vleermuizen van verloren gegane natuurlijke holten in bomen die het veld moesten ruimen voor de aanleg van de autobaan A59.
Er zijn toen kasten opgehangen bij Autotron en in de bossen van Brabantwater (het zuidelijke deel). In totaal waren dat een 30-tal kasten. Nu hangen er in totaal 50 kasten in het gebied verdeeld over 6 deeltrajecten. Op verzoek van Brabantwater zijn er een aantal kasten verhangen van hun oorspronkelijke plaats naar nieuwe locaties. Verder zijn als gevolg van vandalisme de kasten welke bij Autotron hingen verplaatst verplaats naar andere trajecten. Ook zijn er een aantal kasten bijgekomen puur om het telgebied te vergroten.
De kasten welke in het gebied hangen zijn van uiteenlopende soorten.
Houtbetonkasten van Vivara, boshamer kasten van de vleermuiswerkgroep etc.
Deze variatie geeft de verschillende vleermuizen welke in het gebied voorkomen een onderdak.

Download het rapport (pdf, 622 kB)

© Erik Korsten, Vleermuiswerkgroep Noord-Brabant.
Na een prachtige en warme vrijdag 10 april was het zaterdag 11 april toch weer behoorlijk kil. Bij zonsondergang was het in De Kaaistoep maar net 6,5 graden Celsius, en tegen 21:00 u. was het zelfs nog maar 4,5 graden Celsius. Veel van de dwergvleermuizen waren blijkbaar wel