• header03.jpg
  • header06.jpg
  • header04.jpg
  • header07.jpg
  • header01.jpg
  • header09.jpg
  • header05.jpg

Een fietspad door de bossen zónder straatverlichting? Tussen Helmond en Nuenen is dat het geval, speciaal om de daar levende vleermuizen 's nachts niet te storen.

 infobord

 

 

Het klinkt misschien een beetje eng voor sommige mensen: een fietspad door de Stiphoutse bossen van drie kilometer lang zonder een stipje verlichting. Maar dat valt in de praktijk redelijk mee.

Het nieuwe, woensdag geopende Vleermuizenpad is een strak geasfalteerde weg van liefst 3,5 meter breed. Reflecterende witte strepen aan de zijkanten behoeden de fietser van een rit in de berm. Bovendien staat om de honderd meter een hectometerpaaltje met een reflector. In de vorm van een vleermuis. 

paaltje 06 .              paaltje 07
 

Dus, als fietsers keurig met werkend licht voorbij zoeven, wanen zij zich volledig veilig, benadrukt de Helmondse wethouder Erik de Vries. Hij opende woensdagmiddag met zijn collega Caroline van Brakel uit Nuenen het pad. Dat verbindt de Helmondse wijk Stiphout met Nuenen over een afstand van in totaal vijf kilometer, van de Sint-Trudokerk tot het Van Goghkerkje. 

Gevaarlijk

Drie kilometer van de route voert door het groen. Daar lag al een fietspad, zeer druk bereden bovendien. Maar met een breedte van ruim een meter was het vaak gevaarlijk. „Als iemand tegemoet kwam, was het altijd de vraag wie er vanaf ging”, weet Elwien Bibbe nog goed. Ze woont al zo’n 25 jaar in Nuenen-Oost en maakt veel gebruik van het fietspad.

Ze was dan ook blij toen Helmond en Nuenen vorig jaar - met steun van de provincie en het regiobestuur - het pad besloten te verbeteren. „Alleen natuurorganisaties zeiden meteen: verlichting, dat mag niet vanwege de vleermuizen”, vertelt wethouder De Vries. In de bossen leven vier soorten: de dwergvleermuis, de laatvlieger, de watervleermuis en de rosse vleermuis. „Die zijn beschermd, dus zochten we een oplossing die voor mens en dier goed was.”

Het resultaat is een lichtarm, dus vleermuisvriendelijk fietspad. Zo kunnen de diertjes ongestoord in het donker op zoek naar voedsel. Het fietspad is daarmee een ‘beleefpad voor iedereen’, zo meldt het informatiebord dat staat opgesteld bij het Meerven, aan de kant van Stiphout.

Schermafbeelding 2019 09 05 om 10.55.30

In het weekend van 24 en 25 augustus vond de nazomerse vleermuistuintelling van 2019 plaats. Het was de tweede vleermuistuintelling ooit in Nederland, en werd georganiseerd door de Jaarrond Tuintelling en de Zoogdiervereniging. Zo’n 300 tuineigenaren deden mee en telden in totaal ruim 2600 vleermuizen: flink wat meer dan de 1907 vleermuizen bij de eerste tuintelling in mei 2019.

Dat tuinen ook in de nazomer belangrijk zijn voor vleermuizen blijkt uit deze tweede tuintelling: in een ruime meerderheid (85 procent) van de deelnemende tuinen werden vleermuizen gezien. Bij de vleermuistuintelling in het voorjaar was dat 87 procent. Dwergvleermuizen werden in verreweg de meeste tuinen gezien, op enige afstand gevolgd door laatvliegers of rosse vleermuizen. Het aantal tuinen waarin watervleermuizen of grootoorvleermuizen werden waargenomen bleef relatief laag. Logisch, want watervleermuizen en grootoorvleermuizen worden pas laat in de schemering actief en zijn daardoor niet makkelijk te zien. Daarnaast hebben lang niet alle tuinen een voor watervleermuizen geschikte tuinvijver.

Onderstaande tabellen geven de top vijf van het aantal tuinen waarin vleermuizen zijn gezien, en de top vijf van de meest getelde vleermuizen. Omdat het verschil tussen sommige soorten in de schemering best moeilijk te zien is, hebben we 'dwergvleermuis onbekend', gewone dwergvleermuis, kleine dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis samengenomen onder 'dwergvleermuizen'. Op basis van zijn voorkomen zal de gewone dwergvleermuis daarin een grote meerderheid hebben. Ook de duidelijk grotere, maar ook op zicht lastig te onderscheiden laatvlieger en rosse vleermuis hebben we in de resulaten samengenomen.

Top vijf van het aantal tuinen waarin een vleermuissoort is gezienTop vijf van het aantal tuinen waarin een vleermuissoort is gezien (Bron: Zoogdiervereniging / Jaarrond Tuintelling)

Top vijf van de aantallen getelde vleermuizenTop vijf van de aantallen getelde vleermuizen (Bron: Zoogdiervereniging / Jaarrond Tuintelling)

Meer vleermuizen of meer activiteit?

Wat opvalt is dat het aantal keer dat een bepaalde soort vleermuis in een tuin is waargenomen, veel sterker is veranderd dan het aantal tuinen waarin die soort is gezien. Dwergvleermuizen, 'vleermuis onbekend' en grootoorvleermuizen zijn in augustus meer waargenomen dan in mei. Laatvliegers / rosse vleermuizen en watervleermuizen zijn daarentegen minder waargenomen. Het is moeilijk te zeggen of het aantal individuen in de tuinen is veranderd, of dat de keren dat in de buurt aanwezige vleermuizen over de tuin vliegen (de activiteit) is veranderd. We gaan kijken of we de telmethode voor de vleermuistuintelling volgend jaar kunnen aanpassen om daar achter te komen.

De tuin als vleermuisterritorium

Vaststaat dat vleermuizen in de nazomer (augustus) ander gedrag vertonen dan in het voorjaar (mei) en dat dit gedrag invloed kan hebben op de telresultaten. Mannetjes van gewone dwergvleermuizen zijn bijvoorbeeld in de nazomer veel drukker met het verdedigen van een paarverblijfplaats en een eigen territorium dan in mei. Hierdoor kun je in de nazomer vaker zien dat dwergvleermuizen elkaar achternazitten en in de lucht lijken te dueleren. Onderstaand filmpje laat dat gedrag mooi zien.
Tuinen en woningen met geschikte ruimten voor een paarverblijfplaats - zoals een toegankelijke spouw, boeibord of een vleermuiskast - en met planten die in het najaar veel insecten aantrekken, zullen in de nazomer vaker een vleermuisterritorium zijn dan tuinen die dat niet hebben.

FILMPJE: Territoriaal gedrag van gewone dwergvleermuizen (Bron: Erik Korsten)

Bij laatvliegers, die ook vaak in de buurt van tuinen hun verblijfplaatsen hebben, speelt een dergelijk territoriumgedrag niet, en zij kunnen makkelijker ook (ver) buiten steden en dorpen op insecten gaan jagen. De vooral boombewonende rosse vleermuizen, waarvan de mannetjes voornamelijk paarplaatsen en territoria in bossen en parken innemen, jagen vaak zo hoog dat ze lastig te zien zijn. 
Of, en hoe deze verschillende gedragingen een rol spelen in het voorkomen en de activiteit van vleermuizen in tuinen weten we nog niet. Daarvoor moeten we in tuinen blijven tellen en de resultaten vergelijken met data uit andere meetprogramma’s voor vleermuizen.

Daarom en vanwege de enthousiaste deelname van zoveel tuintellers gaan we volgend jaar gewoon door met de vleermuizentuintellingen op Tuintelling.nl. Samen laten we zien hoe belangrijk groene tuinen en een duurzame leefomgeving zijn voor vleermuizen en andere tuindieren!

Oproep: Vleermuizen op video!

Naast data leveren de tuintellingen ook mooie waarnemingen en filmpjes op. Zo krijgen we soms filmpjes van vleermuizen in een tuin, toevallig gefilmd door een bewakingscamera. Een mooi voorbeeld daarvan is onderstaand filmpje met twee in de tuin rondvliegende grootoorvleermuizen.

We vragen ons af of bewakingscamera’s vaker vleermuizen in tuinen filmen. Heb je zo’n camera of heb je een wildcamera in je tuin? Kijk dan de opnamen eens na op voorbijvliegende vleermuizen! De meeste kans maak je in de eerste twee uur na zonsondergang en in het eerste uur voor zonsopkomst. Heb je zo’n filmpje? Stuur dan een mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.met als onderwerp 'Vleermuis op video'. Je krijgt dan van ons een instructie voor het uploaden van de video.

FILMPJE: Bewakingscamera filmt grootoorvleermuizen in tuin (Bron: Thea Dora op Tuintelling.nl)

NB: de in dit bericht weergeven cijfers van de tuintelling wijken een klein beetje af van de eerder gepubliceerde cijfers van mei 2019 en van de totaalcijfers (mei en augustus samen) op de website van Jaarrond Tuintelling. Dit komt doordat voor deze vergelijking alleen de op 25-26 mei en 24-25 augustus doorgegeven tellingen zijn gebruikt, en resultaten van tellingen een dag eerder of later zijn weg gelaten.

Tekst: Erik Korsten, Zoogdiervereniging
Leadfoto: René Janssen (gewone dwergvleermuis boven tuinvijver)
Filmpjes: Thea Dora; Erik Korsten
Figuren: Zoogdiervereniging / Jaarrond Tuintelling

Het is en wordt weer erg warm in Nederland. Zeker voor vleermuizen die in de spouwmuren of in daken aan zonzijdes van gebouwen leven. Wanneer vleermuizen binnen de spouwmuur of het dak niet naar een koelere plek kunnen verhuizen, dan zijn ze gedwongen om van gebouw te wisselen of buiten aan de muur te gaan hangen. Help vleermuizen met meer verkoelend water en groen in stad en dorp!

Gebouwbewonende vleermuizen gebruiken door het jaar heen meerdere verblijfplaatsen. In de zomer bewonen ze doorgaans een warme plek waar voldoende ruimte is voor het grootbrengen van hun jongen. Echter, bij de huidige hitte kan zo’n spouwmuur of dak erg heet worden, zeker wanneer deze aan de zonzijde van het gebouw is gesitueerd.

In natuurlijke situaties en veel gebouwen zonder na-isolatie kunnen vleermuizen vaak nog verhuizen naar koudere delen van de spouw. Wanneer een spouwmuur niet meer volledig toegankelijk is (bijvoorbeeld door na-isolatie) of wanneer ze alleen in het dak terecht kunnen, krijgen de vleermuizen het bijzonder zwaar.

Gevaar op de loer

Dat heeft als gevolg dat vleermuizen soms noodgedwongen moeten verhuizen naar een koelere plek (overdag vliegende vleermuizen) of dat vleermuizen overdag (bijna) buiten hangen voor wat frisse (minder hete lucht). En op zo’n tijdstip liggen er ook roofdieren op de loer zoals de huiskat, roofvogels en zelfs hongerige merels. Bovendien geeft zo’n verhuizing het risico op het verliezen of achterblijven van nog niet zelfstandige jonge vleermuizen.

Vleermuizen zoeken verkoeling op een buitenmuurVleermuizen zoeken verkoeling op een buitenmuur (Bron: Dierenambulance Woudenberg en omstreken)

Dorstige vleermuizen

Ook zullen vleermuizen meer moeten drinken dan normaal en kun je overdag en ‘s avonds vaker bij vijvers, maar ook zwembaden drinkende vleermuizen zien. Vorig jaar berichtten we over een bijzonder fraaie opname van een vleermuis die in vlucht drinkt uit een zwembad.

Meer water en groen helpt vleermuizen

Omdat gebouwenbewonende vleermuizen vaak in dorpen en steden wonen, is het belangrijk dat ook daar voldoende waterrijke en groene gebieden voor vleermuizen beschikbaar zijn. Niet alleen om te drinken, maar ook om op insecten te jagen. Waar water is, zijn insecten en ook vleermuizen die vervolgens deze insecten opeten.

Dwergvleermuis doet poging om uit een vijver te drinkenDwergvleermuis doet poging om uit een vijver te drinken (Bron: René Janssen)

Nu onze zomers steeds heter worden, wordt water in stad en dorp voor levensbelang voor vleermuizen. Immers, meer water en meer groen resulteert in een minder warme stad. Dat dit van levensbelang is voor vleermuizen, blijkt ook uit een recent gepubliceerd artikel over het belang van vijvers en kanalen in Rome.

Eerste hulp bij hitte

Mocht u tijdens deze warme dagen een vleermuis vinden of zien hangen, doe dan het volgende. 
Een vleermuis die aan een buitenmuur hangt, zal daar verkoeling zoeken en hoeft helemaal niet ziek of zwak te zijn. Als de vleermuis daar urenlang in de volle zon hangt of als hij daar de volgende dag nog hangt dan kan de vleermuis wel uitgedroogd en zwak zijn. Laat hem met rust en probeer niet de vleermuis te vangen. Hetzelfde geldt voor een vleermuis die op de grond ligt. Neem contact op met een vleermuisdeskundige bij u in de buurt en volg zijn of haar advies op.
Het kan ook voorkomen dat vleermuizen op zoek gaan naar koelte en vanuit het dak of een spouwmuur op een zolder of in een woonruimte terechtkomen. Daar kun je van schrikken, maar paniek is niet nodig. Zet een raam open zodat ze weg kunnen vliegen. Of bel een vleermuisdeskundige bij u in de buurt en volg zijn of haar advies op. Probeer ook in dit geval niet de vleermuis zelf te vangen! 

Tekst: Glenn Lelieveld & Erik Korsten, Zoogdiervereniging
Foto's: Terry Lobdell (leadfoto: vleermuizen zoeken verkoeling buiten de vleermuiskast), Dierenambulance Woudenberg en Omstreken, René Janssen

Vleermuisliefhebbers kunnen het weekend van 23 tot en met 25 augustus 2019 hun hart ophalen tijdens een van de ruim zestig excursies van de Nacht van de Vleermuis 2019. Wie daar geïnspireerd raakt, of dat al was, kan op 24 en 25 augustus tijdens de 2de Nationale Vleermuistuintelling ook de vleermuizen in zijn eigen tuin in kaart brengen.

23-25 augustus: Nacht van de Vleermuis 2019

In het weekend van 23 tot en met 25 augustus 2019 worden door heel Nederland vleermuisexcursies georganiseerd. Een kans voor jong en oud om meer te weten te komen over vleermuizen en ze zelfs te horen en te zien! Wist je bijvoorbeeld dat er maar liefst 18 verschillende soorten vleermuizen in Nederland voorkomen? En dat één dwergvleermuis tussen april en oktober meer dan 250.000 muggen en andere kleine insecten opeet?! De gidsen van de Nacht van de Vleermuis kunnen nog veel coole feitjes over vleermuizen vertellen.

Image
Excursie Nacht van de Vleermuis 2019

Excursie Nacht van de Vleermuis 2019

Tijdens de excursie ga je met een vleermuisdeskundige in de avondschemering op pad. Met een batdetector maakt hij of zij de ultrasone geluiden van vleermuizen hoorbaar en leer je over wat vleermuizen 's nachts allemaal uitspoken. Grote kans op het horen en zien van de pruttelende dwergvleermuis, de tapdansende laatvlieger, de biebbobbende rosse vleermuis en de ratelende watervleermuis.

Ga je mee op zoek naar vleermuizen? Kijk dan op www.nachtvandevleermuis.nl voor een excursie bij jou in de buurt.

De Nacht van de Vleermuis 2019 vind plaats in het kader van de 23th European Bat Night, een initiatief van Eurobats.

24-25 augustus: tweede Vleermuistuintelling 2019

In het weekend van 24 en 25 augustus 2019 vindt ook de tweede Nationale Vleermuistuintellingplaats. We zijn erg benieuwd welke soorten vleermuizen in de nazomer vaak in tuinen van Nederland zijn te vinden. U kunt daarbij helpen door op 24 en/of 25 augustus ’s avonds in uw tuin de vliegende vleermuizen te tellen.

Om vleermuizen te zien, kunt u het best vanaf zonsondergang een uurtje in uw tuin gaan zitten. Dat is op 24 en 25 augustus vanaf ongeveer 20:45 uur. Om het silhouet van een vliegende vleermuis goed te kunnen zien, zoekt u een plekje van waaruit u vrij zicht hebt op een stuk avondhemel. Bij voorkeur met ook wat zicht op een boom of struiken.

Image
Zoekkaart vleermuizen 2019

Als u dan vleermuizen ziet, kunt u op Tuintelling.nldoorgeven hoeveel vleermuizen u in of boven uw tuin hebt zien vliegen en welke soort u denkt dat het is. Voor het bepalen van de soort heeft de Zoogdiervereniging een eenvoudig hulpmiddel gemaakt: de Zoekkaart voor de meest voorkomende vleermuizen in Nederland. Met deze zoekkaart kunt u op basis van de grootte van de vleermuis en de manier van vliegen zelf ontdekken welk soort of soorten vleermuizen er in uw tuin voorkomen. De zoekkaart kunt u gratis aanvragen of downloaden bij de Zoogdiervereniging.

Iedereen kan meedoen, ook als u niet mee deed bij de succesvolle eerste vleermuistuintelling in mei 2019. Toen bleek dat de kans dat u vleermuizen in uw tuin ziet best groot is: Bij 88% van de tellingen werden vleermuizen gezien. In 307 tuinen werden meer dan 1900 vleermuizen geteld, waaronder veel gewone dwergvleermuizen, maar ook laatvliegers en rosse vleermuizen.

Een aantal tuintellers stuurden filmpjes op van de vleermuizen in hun tuin. Die hebben we hieronder achter elkaar gezet.

 


Benieuwd of er ook in uw tuin vleermuizen vliegen? Doe dan op 24 en 25 augustus mee met de tweede Vleermuistuintelling. Ga voor meer informatie naar de website van Jaarrond Tuintelling.
De Vleermuistuintelling wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie Noord-Brabant.


Gepubliceerd: 19 augustus 2019

Tekst: Erik Korsten, Zoogdiervereniging.
Foto's & Illustraties: Erik Korsten, Nicole van der Steen & Peter Twisk.
Video: Erik Korsten (editing), met bijdragen van David Galens, Berco Hoegen, Karin Vrieling, Mark Scheper en Willem en Jinte Berger.

Begin juli is een drukke tijd voor vleermuismoeders. Veel van de vleermuizen die je nu ’s avonds kunt zien vliegen zijn vrouwtjes die zich haasten om in korte tijd veel insecten te vangen, zodat ze daarna weer snel hun jong kunnen zogen. Als dagdieren zijn wij ons nauwelijks bewust van deze drukke kraamtijd. Hoogste tijd voor een natuurbericht vol met schattige babyfoto’s en piepgeluidjes.

Uitgestelde bevruchting

De periode van half mei tot en met juli is over het algemeen voor vleermuizen in Nederland de kraamtijd: de periode waarin ze zwanger zijn, hun jong krijgen en groot brengen. Bijzonder daarbij is dat onze vleermuizen al in de nazomer of winter paren en een vrouwtje het sperma in haar lichaam bewaart tot het voorjaar. Als de vrouwtjes na hun winterslaap weer voldoende zijn aangesterkt, wordt pas een eicel bevrucht en start de zwangerschap. Bij een koud en/of nat voorjaar zijn er minder insecten om te eten en start de zwangerschap later. De tijd van de geboorte kan per soort, per jaar en ook per individu dus wat verschillen. Bij bijvoorbeeld laatvliegers en grootoorvleermuizen worden er vaak ook in augustus nog jongen geboren.

Gewone dwergvleermuizen met drinkende pup in de kraamverblijfplaatsGewone dwergvleermuizen met drinkende pup in de kraamverblijfplaats (Bron: Erik Korsten)

Warme kraamkamer

Binnen een lokale populatie (in een wijk, dorp of bos) groeperen de vrouwtjes zich in de kraamtijd in één of meerdere kraamverblijfplaatsen in gebouwen of bomen. Gewone dwergvleermuizen en laatvliegers kiezen daarvoor vooral een ruimte in een spouwmuur of een dak. Grijze grootoorvleermuizen en ingekorven vleermuizen hebben de voorkeur voor warme zolders. Rosse vleermuizen en watervleermuizen vormen kraamgroepen in boomholten. Vaak worden relatief warme verblijfplaatsen gekozen, dichtbij gebieden waar ze goed op insecten kunnen jagen. Die warmte is belangrijk voor de jongen die ’s avonds in de kraamverblijfplaats worden achtergelaten.

Noordse vleermuismoeder met pupNoordse vleermuismoeder met pup (Bron: Jeroen van der Kooij)

Eén jong per jaar

Hoeveel jongen een diersoort per worp krijgt, heeft alles te maken met de overlevingskansen en levensverwachting van een dier. Zo worden muizen (knaagdieren) meestal nog geen jaar oud, maar krijgen ze binnen dat jaar wel meerdere worpen, met wel tien jongen per worp. Bij vleermuizen (insecteneters) gaat dat heel anders: een vleermuis krijgt één jong per jaar en wordt gemiddeld wel een jaar of tien. Een Brandts vleermuis is met 41 jaar de oudste bekende vleermuis! Bij soorten die jaarlijks over grote afstanden migreren, zoals ruige dwergvleermuizen en rosse vleermuizen, komen vaak ook tweelingen voor. Blijkbaar ter compensatie van de gevaarlijke reis. Doordat veel jongen al in hun eerste levensjaar dood gaan, groeien vleermuispopulaties maar erg langzaam.

Voetjes eerst

Jonge gewone grootoorvleermuisJonge gewone grootoorvleermuis (Bron: Tricia Scott)De meeste vleermuizen worden geboren tussen begin juni en half juli. Wanneer de weeën beginnen, zondert een vrouwtje zich meestal even van de rest van de kraamgroep af. Om de geboorte makkelijker te maken kan ze even recht gaan hangen (dus niet ondersteboven) zodat ze het jong in haar staartvlieghuid kan opvangen. Onze vleermuizen worden gewoonlijk in stuitligging geboren, waarbij het jong zodra de vliezen breken met de poten in de vacht van de moeder grijpt. De jongen worden kaal geboren en direct door hun moeder schoongelikt. Al snel gaat het jong op zoek naar de tepel en begint het te drinken. Op de website van Stichting De Laatvlieger is in fimpjes te zien hoe vleermuismoeders voor hun jong zorgen.

Te warm is ook niet goed

Jonge rosse vleermuis krijgt melk in vleermuizenopvangJonge rosse vleermuis krijgt melk in vleermuizenopvang (Bron: Mariska Nieuwenhuijsen)Als de moeders ’s avonds gaan jagen blijven de jongen achter in een soort van crèche. Wanneer de kolonie verhuist of een moeder het jong toch meeneemt tijdens het jagen, bijt het jong zich vast aan de tepel. Dat gaat echter niet altijd goed: in juni en juli worden vaak vleermuispups gevonden en staan de vrijwilligers van de vleermuizenopvang voor een uitdaging: zo snel mogelijk de bijbehorende kraamkolonie opsporen, en als dat niet lukt het jong met 'de fles' groot proberen te krijgen.

Vooral bij extreem warm weer, wanneer veel kraamverblijfplaatsen te warm worden en de dieren wel moeten verhuizen, worden er veel 'verloren' jonge vleermuizen gevonden. Waarschijnlijk door de hitte te zwak om met moeder mee te gaan.

 

Eerst proefvlucht buiten

Jonge vleermuizen groeien ontzettend snel. Vaak zijn ze na een week na hun naakte geboorte al helemaal behaard. Binnen drie à vier weken zijn ze nog maar moeilijk van hun ouders te onderscheiden. Hun vacht is nog wel een tijd anders dan van de moeder, vaak donkerder of grijzer. 
Gewone grootoorvleermuis met bijna volgroeid jongGewone grootoorvleermuis met bijna volgroeid jong (Bron: Erik Korsten)In juli zijn vaak de eerste voorzichtige proefvluchten van jonge vleermuizen te zien. Soms solo, als de volwassen dieren jagen, soms in het gezelschap van hun moeder. Deze proefvluchten zijn herkenbaar aan de snelle vleugelslag en dwarrelende vlucht van de vleermuis, en een vaak onhandige landing. In deze periode horen vleermuisonderzoekers vaak ook sociale geluidjes van jongen die vanuit de kraamverblijfplaats of tijdens hun eerste vlucht misschien wel om hun moeder roepen.

Dus als je komende week ’s avonds een vleermuis ziet vliegen… trakteer jezelf dan de volgende dag op beschuit met muisjes. Misschien was het wel een kersverse moedervleermuis of een vleermuispup op zijn eerst vlucht.

Mocht je zo'n vleermuispup zonder moeder vinden, kijk dan op de website Vleermuis.net voor de hulp van een vleermuisdeskundige bij jou in de buurt of het adres van een Vleermuisopvang. Laat de vleermuis met rust en volg het advies op van de vleermuisdeskundige. Raap een vleermuis in geen geval met blote handen op.

Sociale geluiden van jonge gewone dwergvleermuizen (Bron: Erik Korsten)

Filmpje sociale geluiden (Klik op link)

Tekst: Erik Korsten, Zoogdiervereniging
Foto's: Jeroen van der Kooij, Vleermuisopvang Noorwegen (leadfoto: Noordse vleermuispup (links) en zwangere vleermuis); Erik Korsten; Tricia Scott; Mariska Nieuwenhuijsen
Film: Erik Korsten, Zoogdiervereniging