• header05.jpg
  • header03.jpg
  • header06.jpg
  • header01.jpg
  • header04.jpg
  • header07.jpg
  • header09.jpg

Je woont in Tilburg of omgeving en je zit ’s avonds in de tuin met een drankje. Opeens vliegt daar weer dat zwarte silhouet met zijn in de schemering net zichtbare acrobatische duikvluchten: een vleermuis. Misschien schrik je even, misschien bewonder je zijn vliegkunsten, misschien ben je dankbaar dat hij die avond weer honderden muggen in je tuin opeet. Maar misschien denk je ook: Wat is dat voor een diertje en welke soorten vleermuizen zitten er eigenlijk bij mij in de buurt? En wat kan ik doen voor deze mysterieuze en nuttige dieren? Lees dan vooral verder. Misschien ben je wel een toekomstige “013-vleerwilliger”


Rosse vleermuis (foto: Wesley Overman)

De gemeente Tilburg, de landelijke Zoogdiervereniging en de Zoogdierwerkgroep van de KNNV-Tilburg gaan namelijk aan de slag met het opzetten van een vrijwilligersgroep met betrekking tot vleermuizen in Tilburg. Deelnemers aan deze groep krijgen de komende jaren de kans om kennis te maken met de wereld van vleermuizen en deel te nemen aan verschillende activiteiten met betrekking tot vleermuisonderzoek en bescherming. Je hoeft daarvoor nog niks van vleermuizen te weten. Experts van de Zoogdiervereniging en de KNNV-Tilburg begeleiden je in het verwerven van de benodigde kennis en ervaring.

Eén van de beoogde activiteiten van de werkgroep is het afleggen van vleerMUS routes. Dit is een methode voor de monitoring van gewone dwergvleermuis, laatvlieger en ruige dwergvleermuis op populatieniveau in een urbane omgeving. De methode bestaat uit het afleggen van fietstransecten waarbij met een automatische batdetector (Batlogger) opnames worden gemaakt van de aanwezige vleermuizen. Uit de resulterende activiteitsmetingen kan een populatietrend worden afgeleid. Zo kan dus worden bepaalt hoe het met deze soorten in Tilburg gaat.

Daarnaast is in 2016 al een project gestart dat als doel heeft om stadsvogels en vleermuizen extra woonruimte te bieden. Door o.a. isolatie en betere afdichting van gaten en kieren onder daken hebben deze dieren het moeilijk gekregen. Dit heeft een jaar later vervolg gekregen in de gemeenten Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch. Vogelbescherming en de Zoogdiervereniging zijn bezig om samen met de gemeentes voor meer huisvesting te zorgen. De komende tijd worden er, onder andere in Tilburg, verschillende voorzieningen ingebouwd in gebouwen. Hier liggen mooie kansen met betrekking tot monitoring van de voorzieningen. Worden deze plekken door vleermuizen ontdekt?

Een andere beoogde activiteit is het tellen van vleermuizen op zolders. Met deze methode is de trend van de zeldzame grijze grootoorvleermuis en de ingekorven vleermuis te volgen. Voor andere soorten leveren de zoldertellingen belangrijke verspreidingsgegevens op. Met extra handen en ogen kunnen er in Tilburg verschillende zolders geteld worden. Wie weet worden er op deze manier wel bijzondere verblijven van vleermuizen ontdekt.

Ben jij nieuwsgierig naar die mysterieuze rondvliegende diertjes in de schemering? Lijkt het je leuk om meer te weten te komen over vleermuizen in je woonplaats en wil je meehelpen met onderzoek aan vleermuizen in Tilburg? Kom dan op 28 juni 2018 kennismaken met Vleermuis013. Voor aanmelding en meer informatie kun je terecht bij Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Vleermuizen zijn echte liefhebbers van de zon. Niet om zelf lekker in te zonnen, maar door de warmte die ze geeft. Vorige week zagen we dat met de warme start van het voorjaar, de omgeving lekker opwarmde en er dus volop insecten rond gingen vliegen. Een perfecte tijd voor vleermuizen om aan te sterken na hun maandenlange winterrust.

Genietend van een lekkere zonnige dag, zullen de meeste mensen niet gelijk aan vleermuizen denken. Deze nachtactieve dieren zijn juist ontzettend lichtschuw: licht vormt immers een risico voor predatie door uilen en zelfs katten. Toch zijn vleermuizen echte liefhebbers van de zon vanwege alle warmte die ze geeft. Overdag warmen onze muren en daken lekker op; ’s avonds geven ze deze warmte gedoseerd weer af. De warmte zorgt enerzijds voor minder energieverlies voor de vleermuizen en anderzijds voor veel voedsel in de lucht. In tegenstelling tot vleermuizen in de tropen, zijn de Europese vleermuizen voor 100 procent insecteneters. De 18 in Nederland voorkomende vleermuissoorten hebben allemaal een iets andere leefwijze, een zogenaamde niche, om zo min mogelijk met elkaar te concurreren. Dit heeft ook invloed op hoe ze jagen en dus de locatie en wijze waarop ze vliegen.

Gewone dwergvleermuis
Zo is een aantal soorten, waaronder de zeer algemeen voorkomende gewone dwergvleermuis, gespecialiseerd op muggen en andere kleine vliegende insecten. Gewone dwergvleermuizen jagen relatief snel en wendbaar in een grillige vlucht met veel bochten en lussen, en vliegen daarbij op enige afstand (één tot acht meter) langs de vegetatie. Ze vliegen op een hoogte van gemiddeld twee tot vijf meter, maar soms op wel 15 meter. Ze jagen het liefst in de beschutting van bomen in groene bebouwde omgeving, langs kanalen, vaarten, in tuinen en parken met vijvers, tussen boomkruinen, boven open plekken in het bos, langs de bosrand (vooral oude voedselrijke loofbossen), bij straatlantaarns, in en langs lanen, bomenrijen, singels, houtwallen en holle wegen. Waterpartijen en beschutte oevers zijn favoriet als jachtgebied.

Rosse vleermuis
Een andere soort, de rosse vleermuis, jaagt meer op grote kevers en nachtvlinders, maar ook wel op kleine, in zwermen vliegende dansmuggen. De vlucht van de rosse vleermuis doet enigszins denken aan die van de gierzwaluw: hoog en snel. Deze grote vleermuis met een spanwijdte van 32 tot 40 centimeter heeft dan ook lange en smalle vleugels. De afstand tussen dagrustplaats en jachtgebied wordt in de regel in een snelle rechte vlucht afgelegd, op een hoogte van honderd meter of meer. Jachtplaatsen liggen meestal in open terrein, waar ze met snelle duiken op insecten jagen. De rosse vleermuis jaagt vooral boven water en moerassige gebieden, maar ook wel bij straatverlichting.


Dwergvleermuis in vlucht (foto: Hugo Willocx)

Zelf vleermuizen zien?
Wil je zelf eens vleermuizen zien? Ga dan na een warme dag rond zonsondergang eens lekker buiten zitten of rond wandelen. Dit kan in je eigen tuin, straat, wijk, park of nabij water. Eigenlijk kan het overal zolang het maar een groen plekje is waar het lekker warm wordt, bijvoorbeeld door luwte van bomen en gebouwen.

Om te weten met welke soort je te maken hebt, als je 's zomers in de avond naar de hemel kijkt en er zo'n fladderaar voorbij vliegt, hebben wij een zoekkaart gemaakt.

Ben je helemaal verknocht geraakt aan vleermuizen? Je bent niet de enige! Verspreid door het land zijn er verschillende vleermuiswerkgroepen die lokaal, regionaal, provinciaal of zelfs landelijk opereren. Kijk voor meer informatie over deze werkgroepen op de website van de Zoogdiervereniging.

Voor meer informatie over de vleermuissoorten kun je goed terecht op de website van de Zoogdiervereniging werkgroep VLEN.

Auteur: Glenn Lelieveld, Zoogdiervereniging

Donderdagmiddag 22 maart 2018 is het achtste symposium Vleermuizen in de stad in Tilburg. Het symposium “Vleermuizen in de Stad” wordt dit jaar georganiseerd door Gemeente Tilburg en de Zoogdiervereniging. Dit jaar staat het symposium in teken van de gunstige staat van instandhouding van vleermuizen door vrijwilligers in de stad.

Locatie: Klasse Theater, Carré 16 in Tilburg.

Bekijk het programma (pdf)

U kunt zich hier aanmelden voor deze bijeenkomst. Let op: Aanmelden kan tot uiterlijk maandag 19 maart 2018, 8.00 uur. 

Drie leden van onze werkgroep; Marius Janssen, Martien Bongers en Sjef Demaret, hebben onlangs in de staatsbossen van St. Anthonis de Visdel kelder gebouwd. Hieronder een overzicht van hun werkzaamheden.

Schermafbeelding 2018-04-18 om 00.04.43.png

Staatsbossen Sint Anthonis, Locatie Visdel: RD X 186104 Y 404830
Oriëntatie ingangen kelder: zuid.

Financiering en realisatie. De bouw van de kelder is mede mogelijk gemaakt door, de Postcode loterij. Staatsbosbeheer, Brabants landschap, de gemeente Sint Anthonis, een technische buurman, een meedenkende graafmachine machinist en wat leden van de werkgroep vleermuizen van IVN 'de Maasvallei' Boxmeer/Sint Anthonis.

Gebruikte materialen. Bij de bouw van deze kelder is zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van oude materialen, zoals gebruikte staltroosters, oude vloerdelen van beton, oude stenen en metaalprofielen uit de sloop.

De opzet en bouw van de kelder. De kelder is primair bedoeld voor vleermuizen daarom moet de kelder in de winter vorstvrij blijven. Om die reden ligt de kelder circa 70 cm in de grond. De kelder is op het dak en rondom tegen de wanden afgedekt met circa 50 tot 150 cm grond. Door een opening op vloerhoogte in een kelderwand is de kelder ook bruikbaar als overwinteringplek voor reptielen en amfibieën. Er is veel aandacht besteed aan het muizenvrij maken van de vleermuis verblijfplaatsen in de kelder. Vanaf de grond kunnen de muizen niet tegen de keldermuren omhoog klimmen om bij de vleermuizen te komen, predatie!

De bouwput. De bodem van de uitgegraven bouwput ligt cica 70 cm onder het maaiveld. In de bouwput. Langs de wanden is nog een U vormige sleuf gegraven van weer 70 cm diep en 60 cm breed. In deze gleuf zijn de stalroosters van 250 cm lang rechtop gezet. De overige 180 cm steekt boven de vloer uit en vormen de wanden van de kelder.

Schermafbeelding 2018-04-18 om 00.03.48.png

De dakconstructie. Over de kopsekanten van de recht opstaande stalroosters is, aan de binnenkant van de kelder, een raamwerk van 6 cm L-profiel aangebracht. Dit profiel ligt waterpas en is vast gelast aan de H balk. Deze H balk van 9x18x480cm ligt in het midden van de kelder, van voor tot achter, en fungeert als extra steun voor het dak. Over de kopsekanten van de stalroosters is specie aan gebracht, gelijk met het raamwerk. Aan de voorkant van de kelder rust de H balk op weer een U profiel van 16x7x7 cm. Beide profielen, H en U, rusten op 2 rechtopstaande stalroosters links en rechts aan de voorkant van de kelder. De kelder is afgedekt met stalroosters, deze zijn weer afgedekt met betonplaten. De betonplaten van ca 12 cm dik houden de kelder inwendig enigszins droog.

Schermafbeelding 2018-04-18 om 00.04.04.png

De 3 ingangen van de kelder. De kelder bezit 3 verschillende ingangen, voor vleermuizen, voor reptielen en amfibieën en voor mensen. Rechts boven het luik is de vliegopening voor vleermuizen aangebracht. Aan de voorzijde van de kelder is de kelderruimte afgesloten d.m.v. een aantal horizontaal opgestapelde stalroosters en een gemetseld muurtje. Tussen de opgestapelde stalroosters is, op keldervloer hoogte, een spleet gemaakt, de reptielen en amfibieën ingang. In de wand van horizontaal gestapelde stalroosters en het muurtje is een gat uitgespaard waar een watervast multiplex toegangsluik van 80x80x5 cm is geplaatst, de toegang voor mensen. Dit luik scharniert in 2 gehengen en is afgesloten met een hangslot.

Schermafbeelding 2018-04-18 om 00.04.14.png

Het voorportaal. De kelder is voorzien van een voorportaaltje afgesloten door 2 metalen stalroosters Dit voorportaal maakt de kelder minder vandalisme gevoelig. De ruimte tussen het vlieggat en het hekwerk is ongeveer 80 cm. Het dak van dit voorportaal rust links en rechts op steeds 3 stalroosters en in het midden op 2 L profielen van 6x3 cm en een metalen buis van 6 cm diameter. Dit dak is afgedekt met circa 20 cm grond. 1 stalrooster is links gefixeerd aan de muur en vastgelast aan de paal in het midden van de ingang. Het tweede rooster scharniert in 2 gehengen en is aan de rechterkant met een hangslot afgesloten.

Schermafbeelding 2018-04-18 om 00.04.26.png

De anti muis bekleding. De kelder is inwendig vanaf de keldervloer tot ongeveer 60 hoog rondom bekleed met plastic platen tegen muizen. In de kelder rondom het vlieggat is ook plastic aan gebracht. Alle kieren tussen het plastic en de kelderwanden zijn met specie dicht gesmeerd. Alle spleten in de dakconstructie zijn ook dicht gemaakt met specie.

Wegkruip mogelijkheden voor vleermuizen. Inwendig is de kelder aan de achterkant voorzien van 30 Patioprofielen gemaakt van specie en kleikorrels. Tussen de rechtopstaande stalroosters en in de dakconstructie zitten tal van spleten die goed bruikbaar zijn als wegkruip plaatsen voor vleermuizen

Wegkruip mogelijkheden voor reptielen en amfibieën. Door de toegangsspleet in de muur is de kelder goed bereikbaar voor reptielen en amfibieën zoals heikikker en rugstreeppad. Oud boomstronk materiaal in de hoeken van de kelder dient als schuilplaats voor deze dieren.

Bouwtijd Kelder. Start bouw : woensdag 22 november 2017. Einde bouw : woensdag 14 maart 2018.

Inwendige afmetingen kelder. Lang 470 cm Breed 180 cm Hoog 180 cm Inhoud ca 16 m3

Klimaat van de kelder. De invliegopening van circa 15x 8 cm laat licht en wind in de kelder toe. Omdat enigszins te beperken is in de kelder voor de invliegopening op 80 cm afstand van de invliegopening, van plafond tot vloer, een stuk linoleum aangebracht. Dit linoleum is circa 90 cm breed. Tijdens de winter van 2018-2019 wordt de kelder met een logger gemonitord op temperatuur en luchtvochtigheid. Ook buiten wordt een logger geplaatst.

Bescherming. De kelder is opgenomen in het Noord Brabants bestand van vleermuisoverwinteringsverblijven en wintertel objecten. Na sluiting van de kelder valt deze onder de Flora & Fauna wet artikel 9- 11 bijlage 4. Voor het betreden van de kelder is dan ook een ontheffing nodig.

Wintertellingen. De vleermuizen in de kelder worden met ingang van het jaar 2019 elke winter in de periode januari-februari geteld. De telresultaten worden, naast de gebruikelijke rapportage aan de Zoogdiervereniging ook gerapporteerd aan Staatsbosbeheer in Sint Anthonis.

De sleutels van de kelder. De sleutels van de kelder worden beheerd door Staatsbosbeheer, ook eigenaar van deze kelder. Bosweg 42, 5845 EB Sint Anthonis en door de vleermuiswerkgroep van IVN 'De Maasvallei' Boxmeer/Sint Anthonis. De 2 sloten worden geopend door dezelfde sleutel.

Naamgeving Visdel. Deze naam bestaat uit 2 delen, Vis en Del. Vis komt van oorsprong uit het Arabische en betekend 'Trouw'. Del vindt zijn oorsprong in het Hebreeuws en betekent 'Beschermer'. Visdel betekent dan ook 'Trouwe beschermer'. Precies dat moet deze kelder in de winter gaan doen, de vleermuizen, reptielen en amfibieën trouw beschermen.

Op 17 mei aanstaande wordt de kelder door de burgemeester van Sint Anthonis officieel afgesloten.

Maart 2018: Sjef Demaret.

Het Natura 2000 gebied Nieuwkoopse plassen en de Haeck is een belangrijk leefgebied voor diverse soorten die gebonden zijn aan laagveen, zoals de meervleermuis. De Zoogdiervereniging monitorde samen met vrijwilligers, in opdracht van Provincie Zuid-Holland, het gebied op zijn functie als foerageergebied voor meervleermuizen. Naast meervleermuizen werden er ook veel andere soorten waargenomen.

 

Nachtelijke vaartochten

Vrijwilligers hebben het gebied twee keer ´s nachts doorkruist met twee fluisterboten van Natuurmonumenten. Daarnaast is een vrijwilliger met een auto een route om de plas heen gereden. Naast de traditionele wijze van waarnemen door ervaren veldecologen met getunede vleermuisdetectors, gingen er ook automatische vleermuisrecorders mee.


Vleermuisonderzoeker Anton van Meurs aandachtig op zoek naar meervleermuizen (foto: Marcel Schillemans).

Het rijden rond de plas leverde maar drie waarnemingen van doelsoort de meervleermuis op, in maar twee van de 28 bemonsterde kilometerhokken.  Het varen leverde 20 en 25 manuele waarnemingen op in 11 van de 13 kilometerhokken. De automatische recorders gaven op exact dezelfde plekken de aanwezigheid van meervleermuizen weer, maar per plek werden meerdere opnamen gemaakt. Per avond werden de meervleermuizen maar liefst 330 en 470 keer automatisch geregistreerd. Meervleermuizen in groepen jaagden vooral bij twee bredere vaarten met een brede rietkraag en boomopslag. 


Naast meervleermuizen werden er veel andere soorten vleermuizen in het onderzoeksgebied aangetroffen, waaronder de ruige dwergvleermuis (foto: Wesley Overman).

Luwte van de wind

De windrichting had een sterke invloed op de plek waar meervleermuizen gingen jagen. In onderstaande figuren is goed te zien dat de meervleermuizen in de luwte van de oever jagen aan de kant waar de wind vandaan komt. Het is daarom verstandig hier rekening mee te houden bij het onderhoud van het gebied, zoals bij het beheer van het moerasbos.

   
Meervleermuizen jagen doorgaans boven grotere wateren. Dit doen ze het liefst in de luwte, zoals duidelijk naar voren komt als ook windrichting en –sterkte worden bekeken (bron: Zoogdiervereniging / NDFF). Klik op de kaartjes voor grotere weergave.

Niet alleen meervleermuizen, maar ook meer vleermuizen

Naast meervleermuizen werden ook veel jagende laatvliegers, rosse vleermuizen gewone dwergvleermuizen en ruige dwergvleermuizen waargenomen. Waarnemers registreerden ook enkele watervleermuizen en tweekleurige vleermuizen. De automatische recorders legden deze op dezelfde locaties vast. De automatische recorders namen in verhouding meer rosse vleermuizen en ruige dwergvleermuizen waar dan de waarnemers.


Het relatieve aandeel waarnemingen van de soorten: een vergelijking tussen automatisch en manueel vastgelegde waarnemingen (bron: Zoogdiervereniging / NDFF).

Tekst: Eric Jansen en Glenn Lelieveld, Zoogdiervereniging.