• header03.jpg
  • header07.jpg
  • header05.jpg
  • header04.jpg
  • header06.jpg
  • header09.jpg
  • header01.jpg

Welkom op de website van Vleermuiswerkgroep Noord-Brabant

Op deze website willen wij u informeren over allerlei vleermuiszaken in Noord-Brabant.

 

Hieronder vindt u het laatste nieuws over onze werkgroep.

Midden in de vakantieperiode togen zo'n 25 leden van Vleermuiswerkgroep Noord Brabant en andere belangstellenden naar gemeenschapshuis De Wis in Castenray, Noord Limburg om een videolezing van nieuw werkgroeplid Jan Jeucken bij te wonen over de kraamkolonie  Laatvliegers in de zeer nabij gelegen kerk van Castenray.

Jan Jeucken.jpg

De avond werd gestart door Kyllian van Breemen die ruim een 3/4 uur durende lezing gaf over al het werk dat beide heren hadden gedaan om de laatvliegers, die gezenderd werden door Thijs Molenaar van Regelink Ecologie, te volgen naar hun verblijfplaatsen ná hun verblijf op de kraamzolder. Kyllian vertelde, aan de hand van vele grafieken en tabellen, vermakelijk over alles wat ze op hun nachtelijke- èn dagelijkse zoektochten hadden meegemaakt o.a. met de bewoners van de huizen waar de vleermuizen zich ophielden. Al dat speurwerk had hen weer genoeg informatie opgeleverd zodat ze weer genoeg vragen bij elkaar hebben verzameld om nog zo'n telemetrie-sessie te verantwoorden. Nu maar hopen dat de provincie Limburg hun aanvraag honoreert; ze leveren de broodnodige informatie over deze illustere vleermuissoort. 

image-2018-09-01-4.jpg

Daarna was het tijd voor de kostbare hobby van Jan Jeucken. Jan heeft verschillende jaren geleden bedacht dat hij, na zijn carrière in vissenonderzoek, zich wilde inzetten voor het onderzoek van de kolonie Laatvliegers die al jaren huist in de Castenrayse kerkzolders. Bij dit onderzoek leek het Jan nuttig om infrarood camera's te plaatsen. Verschillende instanties heeft hij benaderd voor de nodige financiering, de sleutel van de kerk had ie inmiddels al van de koster gekregen dus Jan kon wat dat betreft zijn gang gaan. Het bestuur van de parochie legde hem geen stro breed in de weg, iets wat de subsidiërende instanties wel verweten kan worden. Jan liet zich niet uit het veld slaan en schafte de vele camera's en bekabeling, internetaansluiting etc etc. zelf aan. Thuis werd dat met minder gejuich ontvangen; een paar jaar niet op vakantie! Dat de investering dubbel en dwars de moeite waard was ondervonden wij snel na zijn ruime inleiding; prachtige (live)beelden van laatvliegers in hun kraamkolonie. Een paar van zijn camera's zijn op afstand bestuurbaar, zelfs vanuit zijn eigen woning. Als vrouwlief TV aan het kijken is, kijkt Jan op zijn scherm wat daar vlak boven hangt om de juiste beelden te maken. De vele beelden die dag en nacht opgeslagen worden op een van de vele grote harde schijven moeten in deze periode ook gecontroleerd worden om o.a. te zien of er goede beelden zijn van een bevalling of van hun sociale gedrag. Al met al een tijdverslindende bezigheid. Jan doet dit met veel verve en veel plezier en kan hierover mooi vertellen.

image-2018-09-01-5.jpg

Op het moment dat de laatvliegers op het punt van uitvliegen stonden liep het vertrek leeg om buiten te kijken naar dit spektakel. De ene na de andere liet met vele sociale roepjes horen dat ze eraan kwamen om daarna uit te vliegen. Wat ons opviel is dat ze de eerste 10-20 meter geen geluid maakten en pas verderop hun echoloactie gebruikten. Vele van ons stonden met batdetector klaar om deze geluiden te horen en ook op te nemen. Vooral de sociale roepjes hoor je niet zo vaak en met zo'n 250 laatvliegers zijn er daar verschillende mooie van gehoord en opgenomen als referentiegeluid.

image-2018-09-01-6.jpg

Een prachtige avond werd afgesloten na het voortzetten van de lezing van Jan. Daarin vertelde Jan nog terloops dat hij druk bezig is met elektronische telramen geplaatst te krijgen bij de in/uitvliegopeningen om de koloniegrootte beter bij te kunnen houden. Laten we hopen dat de instanties nu wel over de brug willen komen, anders kunnen Jan en zijn vrouw de aankomende jaren nog niet bijkomen van al dit prachtige werk op hun welverdiende vakantie. 

De Laatvlieger_02.jpg

  

Ussurische buisneusvleermuisUssurische buisneusvleermuis (Bron: Wikipedia gebruiker Pxc06142)Afgelopen weken is in het toonaangevende tijdschrift Nature gepubliceerd dat de Ussurische buisneusvleermuis op een wel erg bijzonder manier overwintert, namelijk opgerold als balletje in de sneeuw.

Van veel vleermuizen op het noordelijk halfrond weten we dat ze een winterslaap houden. In de winter, als er geen insecten zijn om te eten, verhuizen ze naar grotten, bunkers, ijskelders of kruipen ze diep weg in boomholten of gebouwen. De in de bergen van Japan en Korea voorkomende Ussurische buisneusvleermuis (Murina ussuriensis) heeft echter een hele andere voorkeur.

Deze kleine soort is ongeveer zo groot als onze dwergvleermuis (slechts vier tot acht gram!). Hij heeft een dichte vacht die gedeeltelijk ook de vleugels bedekt. Bekend is dat deze buisneusvleermuis in de zomer graag in boomholten en tussen de dode bladeren in bomen verblijft. Waar hij de winter doorbrengt was een groot raadsel, totdat een aantal dieren werd gevonden in een berg sneeuw. "Geen incident maar een bewuste overwinteringsstrategie", zo schrijft een groep Japanse onderzoekers in het laatste nummer van het toonaangevende blad Nature*.

De onderzoekers doken in de geschiedenis van deze verhalen en gingen in de winter actief op zoek naar Ussurische buisneusvleermuizen. Ze ontdekten dat de meeste waarnemingen van deze vleermuizen in de sneeuw waren gedaan in de lente, als de sneeuw begon te smelten. De vleermuizen lagen dan, als een balletje opgerold, in een ondiep kuiltje of gangetje in de sneeuwlaag. Dat betekent dat de dieren vóór de sneeuw ging smelten nog dieper in de sneeuw zaten. Van één dier werd ook waargenomen dat het in december diep in een sneeuwlaag zat, en pas in april weer tevoorschijn kwam en wegvloog.

 Ussurische buisvleermuis overwintert in een holletje in de sneeuwUssurische buisvleermuis overwintert in een holletje in de sneeuw (Bron: Hirakawa, H. & Y. Nagasaka. 2018)

Nader onderzoek leerde de onderzoekers dat de vleermuizen bij de invallende koude de eerste, nog zachte, sneeuwlaag opzoeken en zich daar ingraven. Daar laten ze hun lichaamstemperatuur zakken tot de omgevingstemperatuur. Door nieuwgevallen sneeuw wordt de sneeuwlaag boven hen dikker en raken ze meer ingesneeuwd. Omdat overwinterende vleermuizen periodiek even wakker zijn en daarbij opwarmen zakken ze nog dieper weg in de sneeuw. Daar zitten ze veilig voor de strengste vorstperioden. Als het boven de sneeuw meer dan tien graden vriest, is het bij de vleermuizen rond het vriespunt. Ideaal om lang energie te besparen.

Hebben we in Europa ook vleermuizen die op zulke merkwaardige plaatsen overwinteren? Dat zou best kunnen. We hebben in ieder geval vleermuizen die in de buurt komen: zo is de ruige dwergvleermuis een soort die in de winter regelmatig in stapels brandhout wordt gevonden. Wie weet wat we vinden als we wat verder zoeken…

Meer informatie

*Hirakawa, H. & Y. Nagasaka. 2018. Evidence for Ussurian tube-nosed bats (Murina ussuriensis) hibernating in snow. In: Nature. Scientific Reports (2018) 8: 12047

Gewone dwergvleermuisGewone dwergvleermuis (Paul van Hoof)
Het slopen van gebouwen kan schade veroorzaken voor beschermde soorten vleermuizen, gierzwaluwen, mussen, uilen en steenmarters. Omdat er in de praktijk nogal eens iets mis gaat, brengen de Provincie Gelderland en de omgevingsdienst Rivierenland nu een folder uit om gemeenten en initiatiefnemers te informeren.

Te slopen gebouwen zijn niet altijd onbewoond: in leegstaande gebouwen huizen vaak dieren. Daar wordt niet altijd aan gedacht, maar met een beetje zorg vooraf kan voorkomen worden dat zij beschadigd of zelfs gedood worden. Het kan gaan om beschermde soorten als vleermuizen, gierzwaluwen, mussen, uilen en steenmarters. Bij het slopen van gebouwen kunnen zij aanzienlijke schade ondervinden. Als een winterverblijfplaats van vleermuizen over het hoofd wordt gezien, kan in één klap een populatie verdwijnen. Als er in strijd met de wet wordt gehandeld kan bovendien de uitvoering worden stilgelegd. Dat is in niemands belang en al helemaal niet in het belang van de beschermde soorten. 

Sinds 1 januari 2017 zijn de provincies verantwoordelijk voor soortenbescherming. Ook gemeenten en omgevingsdiensten hebben hierin een verantwoordelijkheid. Om te bevorderen dat bij het slopen de soortenbescherming beter in beeld komt, heeft de provincie Gelderland, samen met de omgevingsdienst Rivierenland, een digitale folder gemaakt om gemeenten en initiatiefnemers te informeren. In de folder wordt uitgelegd welke beschermde dieren en planten vaak worden aangetroffen, waar zij zitten en hoe je rekening met hen kunt houden. In sommige gevallen kun je door het treffen van maatregelen schade aan beschermde soorten voorkomen. Ook wijst de folder de weg in het geval dat een ontheffing Wet natuurbescherming nodig is.

De folder is geschikt om melders van sloopplannen te informeren over het belang van soorten bij sloopwerkzaamheden. Omgevingsdienst Rivierenland heeft aangegeven de folder te gaan verspreiden. De provincie zal ook andere omgevingsdiensten en gemeenten benaderen om hetzelfde te doen. De folder is hier te downloaden (pdf: 523 KB).

Tekst: Willem Drok, Provincie Gelderland

Zoönosen in vleermuizen

In Nederland komen 17 soorten vleermuizen voor. Veel van deze soorten, met name de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger, komen geregeld in contact met mensen doordat ze gebruik maken van huizen en andere door mensen gemaakte bouwwerken als verblijfplaats. Hierdoor is er een overlap tussen het leefgebied van vleermuizen en het leefgebied van mensen en hun huisdieren. Door de overlap in leefgebied zouden infectieziektes van vleermuizen potentieel (direct of indirect) op mensen kunnen worden overgedragen.
Echter, er bestaat nog veel onduidelijkheid over dit onderwerp. Het is namelijk niet bekend wat de diversiteit van virussen onder vleermuizen in Nederland is, en of de aanwezige virussen zoönotisch zijn (overdraagbaar op mensen).  En als dat zo zou zijn, wat dan het eventuele risico zou zijn (kans overdracht naar de mens en kans dat daadwerkelijk ziekteverschijnselen optreden). Tot slot is het interessant te weten of risico’s en risicoperceptie op elkaar aansluiten of niet.

Zonder kennis omtrent het voorkomen van virussen bij vleermuizen is het niet mogelijk om in te schatten of er een zoönotisch risico van vleermuizen in Nederland uitgaat. Het is belangrijk deze kennis paraat te hebben. Enerzijds zodat eventuele zoönotische risico’s verkleind kunnen worden als blijkt dat deze bestaan. Anderzijds om vleermuizen te beschermen tegen ongegronde negatieve publiciteit. Mochten vleermuizen in relatie tot zoönosen in het nieuws komen, dan kan hierop gereageerd worden met wetenschappelijke kennis in plaats van met angst.

Het onderzoek

Lineke Begeman onderzoekt tijdens haar PhD bij het Erasmus MC Rotterdam de virusdiversiteit van vleermuizen, en hun zoönotische potentie in Nederland onder de projecttitel: Zoönosen in de nacht. Dit project wordt gefinancierd door ZonMw. De virusdiversiteit  en de zoönotische potentie wordt onderzocht aan de hand van vleermuismest. Zo is vleermuismest uit heel Nederland nodig van de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger. Daarvoor kan ze de hulp van vrijwilligers goed gebruiken! De Zoogdiervereniging ondersteunt dit onderzoek omdat we op basis van kennis, aan bescherming van vleermuizen werken. Bij die kennis hoort ook inzicht in eventuele risico’s en risicoperceptie.

Meedoen?

Voor de monsterafname van vleermuismest is Nederland opgesplitst in vier deelgebieden (quadranten) en in elk deelgebied worden vijf monsters genomen per doelsoort (ruige dwergvleermuis, gewone dwergvleermuis en laatvlieger) en per seizoen. Een monster bestaat uit een minimum van vijf keuteltjes per geografisch gebied, per vleermuissoort. Wil je meehelpen aan dit interessante onderzoek, dan kun je je steentje bijdragen door verse vleermuiskeutels van de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en/of laatvlieger te verzamelen en deze op te sturen. Hiervoor krijg je één of meerdere pakketten thuisgestuurd van het Erasmus MC. Per monster (dus per soort, gebied en tijdspunt) één pakket met de benodigde materialen voor de monsterafname. Controleer je bijvoorbeeld vleermuiskasten, heb je een verblijfplaats van vleermuizen in je huis, ken je verblijfplaatsen van vleermuizen of kom je op een andere manier in aanraking met verse mest van vleermuizen, dan is jouw hulp zeer waardevol. Voor meer informatie mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Voor het aanvragen van een verzamelkit van vleermuismest, kun je mailen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Laten we samen het licht schijnen op de zoönosen in de nacht.

De behaalde en nagestreefde monsterafnames in 2017

Tabel 1 toont de behaalde en nagestreefde monsterafnames van vleermuiskeutels in 2017. Figuur 1 t/m 4 laat zien waar de monsterafnames vandaan komen. 


Tabel 1. De behaalde en nagestreefde monsterafnames van vleermuiskeutels in 2017. 


Figuur 1. Locaties waar in het voorjaar (1 maart t/m 31 mei), de zomer (1 juni t/m 31 augustus) en het najaar (1 september t/m 30 november) keutels van de gewone dwergvleermuis zijn verzameld.
Aangezien het onderzoek pas in de loop van de voorjaarsperiode is opgestart, is het aantal monsterafnames in het voorjaar nog laag.


Figuur 2. Locaties waar in het voorjaar (1 maart t/m 31 mei), de zomer (1 juni t/m 31 augustus) en het najaar (1 september t/m 30 november) keutels van de ruige dwergvleermuis zijn verzameld.
Aangezien het onderzoek pas in de loop van de voorjaarsperiode is opgestart, is het aantal monsterafnames in het voorjaar nog laag.


Figuur 3. Locaties waar in het voorjaar (1 maart t/m 31 mei), de zomer (1 juni t/m 31 augustus) en het najaar (1 september t/m 30 november) keutels van de laatvlieger zijn verzameld.
Aangezien het onderzoek pas in de loop van de voorjaarsperiode is opgestart, is het aantal monsterafnames in het voorjaar nog laag.


Figuur 4. Locaties waar in het voorjaar (1 maart t/m 31 mei), de zomer (1 juni t/m 31 augustus) en het najaar (1 september t/m 30 november) keutels van overige vleermuissoorten zijn verzameld.
Aangezien het onderzoek pas in de loop van de voorjaarsperiode is opgestart, is het aantal monsterafnames in het voorjaar nog laag.

De behaalde en nagestreefde monsterafnames in 2018

Tabel 2 toont de behaalde en nagestreefde monsterafnames van vleermuiskeutels in de voorjaarsperiode (maart t/m mei) van 2018 en de voorlopige resultaten van de zomerperiode. Figuur 5 laat zien waar de monsterafnames in de voorjaarsperiode vandaan komen, Figuur 6 toont de voorlopige resultaten van de zomerperiode.


Tabel 2. De behaalde en nagestreefde monsterafnames in de voorjaarsperiode (maart t/m mei) van 2018 en de voorlopige resultaten (tot 8 augustus 2018) van de zomerperiode (juni t/m augustus).


Figuur 5. Locaties waar in de voorjaarsperiode (1 maart t/m 31 mei) van 2018 keutels van de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en overige vleermuissoorten zijn verzameld. Op de kaart zijn enkel de monsterafnames weergegeven waar de volledige adresgegevens (of coördinaten) van de vindplaats van bekend zijn.


Figuur 6. Voorlopige resultaten van de locaties waar in de zomerperiode (1 juni t/m 31 augustus) van 2018 keutels van de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en overige vleermuissoorten zijn verzameld. Het overzicht is gemaakt op 8 augustus 2018. Op de kaart zijn enkel de monsterafnames weergegeven waar de volledige adresgegevens (of coördinaten) van de vindplaats van bekend zijn.  

Het is iedereen wel duidelijk dat het heet en droog is. Voor vleermuizen heeft dit voor- en nadelen. Tijdens het warme weer kunnen ze de hele nacht jagen en zijn er grotere prooien beschikbaar. Uitdroging ligt echter op de loer doordat ze nu niet voldoende vocht uit hun eten halen. Dan wil een vleermuis wel eens een slok water uit een beschutte waterpartij of zelfs een zwembad 'scheppen'.

Betere kwaliteit voedsel voor ouder en jong
Wie ’s avonds in de tuin zit om aan de warmte binnenshuis te ontsnappen en goed oplet, zal ook vleermuizen kunnen zien vliegen. Het aanhoudende warme weer maakt het voor vleermuizen mogelijk vanaf zonsondergang tot zonsopgang op insecten te jagen. Het warme weer zorgt er ook voor dat er meer grotere prooien zoals motten te vinden zijn. Verschillende vleermuissoorten schakelen nu over van het jagen op muggen naar het jagen op motten. Vleermuizen jagen niet de gehele nacht: voedsel in een volle maag moet eerst verteerd worden en de vrouwtjes gaan meerdere keren 'naar huis' om de jongen te zogen.

Drinkende vleermuizen
Het warme weer en het zogen van de jongen is een behoorlijke aanslag op de vochthuishouding van vleermuizen. Normaal gesproken halen 'onze' vleermuizen voldoende vocht uit hun voedsel, maar nu zij extra moeten transpireren om hun lichaam te koelen is dit vocht niet meer voldoende. Daarom zijn er nu aan het begin van de avond drinkende vleermuizen boven beschut liggende waterpartijen te zien; zelfs boven zwembaden. Aan het begin van de avond, soms al voor zonsondergang, zie je dan een enkele vleermuis laag boven het water rondjes vliegen, en af en toe met zijn bek water scheppen op eenzelfde wijze als zwaluwen dat doen.

Meer informatie over drinkende vleermuizen vindt u in deze publicatie.

Verhuizende vleermuizen
Het warme zonnige weer zorgt vooral overdag voor grotere problemen voor vleermuizen. Als een vleermuizenkolonie in een spouwmuur op het zuidwesten van een woning zit, dan kan de temperatuur in de namiddag oplopen tot boven de vijftig graden Celsius. Vaak zoeken vleermuizen dan binnendoor een koelere plek op. Ze kruipen door de spouwmuur of over de vliering/zolder naar een veel koelere noord- of westgevel. Moderne huizen en vleermuiskasten hebben deze mogelijkheid meestal niet. Soms neemt een vleermuis een verkeerde afslag en komt in een donkere kamer van het gebouw terecht.
Overdag buitenom verhuizen is voor vleermuizen een te groot risico, omdat er dan veel meer predatoren actief zijn. Het meeverhuizen van de jonge vleermuizen, die nu net nog niet zelfstandig kunnen vliegen maar wel bijna hetzelfde gewicht hebben als een volwassen vleermuis, maakt het nóg risicovoller. Als het jong toch buitenom verhuisd wordt, dan gebeurt dat nagenoeg altijd ’s nachts.
Wordt de spouw overdag toch veel te heet dan kruipen de oververhitte vleermuizen in de namiddag uit de spouwen en gaan in het daglicht aan de gevel hangen, of ze vallen uitgedroogd op de grond. 

Als u wilt weten wat u moet doen als u deze vleermuizen vindt, kijk dan op de website van de Vleermuiswerkgroep Nederland.

Tekst: Eric Janssen & Glenn Lelieveld

In het laatste weekend van augustus wordt jaarlijks de Nacht van de Vleermuis georganiseerd. In vele landen in Europa wordt dit weekend aandacht besteed aan vleermuizen. Internationaal gezien is het de 22ste keer dat de bat night plaatsvindt, als initiatief van Eurobats. Ook in Nederland zijn er vleermuisactiviteiten voor jong en oud verspreid over het land. 

De Nacht van de Vleermuis 2018 is in het weekend van vrijdag 24, zaterdag 25 en zondag 26 augustus 2018!

In Nederland wordt het evenement gecoördineerd en gefaciliteerd door Vleermuiswerkgroep Nederland (VLEN) van de Zoogdiervereniging.

Een vleermuisexcursie is een mooie kans voor jong en oud om meer te weten te komen over vleermuizen en: ze zelfs te horen en te zien!

Voor excursies in Vlaanderen, klik hier. Voor andere internationale excursies, klik hier.

Organiseer jij een activiteit? Geef dat dan door met dit formulier via deze link!

aanvulling 12-07-2018: De lezing wordt 'uitgebreid' met een 1/2uur lezing over telemetrie door Kyllian van Breemen, een collega van Jan Jeucken die dit gedeelte van het onderzoek op zich heeft genomen.
Graag zo spoedig mogelijk aanmelden (mail is voldoende) zodat we weten welke zaal van het gemeenschapshuis we kunnen bespreken!

 

Beste werkgroepleden,

Met veel trots mogen we aankondigen dat we als complete werkgroep uitgenodigd zijn voor een videolezing over laatvliegers door de enthousiaste Jan Jeucken.
Jan is al enkele jaren bezig met video-onderzoek naar Laatvliegers op de kerkzolder van de kerk te Castenray (Noord-Limburg regio Venray). Hij heeft vele beelden van het paren, geboortes en andere sociale aspecten van de laatvliegers en kan hier heel aanstekelijk en met veel humor over vertellen. Onlangs is Jan ook als toegetreden als nieuw werkgroeplid.
Afgelopen jaar op de jaarlijkse VLEN-dag heeft Jan ook een klein voorproefje gegeven van zijn bevindingen.
Daar we ter plekke gaan kijken in de piek van de kraamperiode gaan we ook livebeelden zien en kijken we natuurlijk ook bij het uitvliegen van de ca. 250 stuks laatvliegers.
Gemeenschapshuis 'De Wis' (naast kerk)
Matthiasstraat 2, 5811 AN, Castenray
Zaterdag 21 juli 2018, 19.30uur tot ca. 23.00uur 
Gratis toegang, koffie en thee (1€), Fris en Bier 2€ zijn voor eigen rekening.

Stadsvogels en vleermuizen delen al honderden jaren hun woonruimte met mensen. Door onder meer isolatie en afdichting van gaten en kieren onder daken hebben deze dieren het moeilijk gekregen. Samen met de gemeenten Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg gaan Vogelbescherming en de Zoogdiervereniging hier iets aan doen.

We willen in 2018 en 2019 zorgen voor een groot aantal nieuwe nest- en verblijfplaatsen voor vogels en vleermuizen. Dat kan bijvoorbeeld door ‘neststenen’ in te metselen, of de manier van bouwen aan te passen. Daarnaast wordt gewerkt aan het toegankelijk maken van kerktorens en -zolders.

Deze zomer en nazomer willen we in de B5-steden kerktorens en zolders bezoeken. Op deze plekken kijken we naar sporen van vleermuizen en of er mogelijkheden liggen om de kerktorens of –zolders toegankelijk(er) te maken voor vleermuizen en waar mogelijk voor vogels. Hier willen we graag lokale vrijwilligers in betrekken. Je kunt dan één of meerdere keren mee om een dag of dagdeel op de zolders te speuren naar keutels en vleermuizen en mee te denken over de vraag hoe we de zolder toegankelijker kunnen maken. Kennis van vleermuizen is niet noodzakelijk, er gaat altijd iemand mee die je er meer over kan vertellen en uitlegt waar je op moet letten. In Tilburg zijn er al een mooi aantal geïnteresseerden die het leuk lijkt om mee te gaan om de zolders te bezoeken. In vooral Helmond en Breda hopen we echter nog meer mensen te bereiken. Daarom dit oproepje: Lijkt het je leuk om in Helmond en Breda -of in de andere B5-steden Den Bosch, Eindhoven of Tilburg- kerktorens te bezoeken en ben je geïnteresseerd in vleermuizen, dan ben je van harte uitgenodigd om mee te gaan. Aanmelden kan via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.