• header03.jpg
  • header06.jpg
  • header07.jpg
  • header04.jpg
  • header09.jpg
  • header05.jpg
  • header01.jpg

De afgelopen periode zijn jongen van de laatvlieger geboren. De meeste vleermuisjongen worden in juni geboren, zo ook die van de laatvlieger. Dit gebeurt in een kraamgroep, waarbij de jongen de eerste weken veel tijd dichtbij hun moeder doorbrengen. Jan Jeucken filmde de jonge laatvliegers met hun moeders.

Vanaf half mei kruipen de laatvliegervrouwtjes bij elkaar in 'kraamkolonies'. Ze zitten dan met enkele tientallen dieren bij elkaar. Mannetjes zitten alleen of in kleine groepjes elders. Verblijfplaatsen van de laatvlieger bevinden zich in spouwmuren, achter betimmering, onder daklijsten en soms op zolders. Op de plekken waar de vrouwtjes bijeen komen, worden meestal in juni de jongen geboren. Vleermuizen krijgen doorgaans maar één jong per jaar. Dat alle jongen dicht bij elkaar op één plek zitten, heeft het voordeel dat zij elkaar warm kunnen houden. Maar het maakt vleermuizen ook kwetsbaar voor verstoringen.

https://youtu.be/tEI7ROSx7xY
Moeder laatvlieger wast haar jong (Bron: Jan Jeucken).

De jongen worden zo’n vier weken lang zowel overdag als ’s nachts gezoogd. Het is voor de vrouwtjes ’s avonds hard werken. De moeders kunnen vliegen met hun jong zolang ze nog klein zijn. Alle jongen hebben sterke poten waarmee ze zich goed vast kunnen klemmen. Maar meestal laten ze de jongen achter in de kolonie. Nadat ze een half uur tot een uur op jacht gaan, zogen ze hun jong, waarna ze weer uitvliegen op insectenjacht. Wanneer een moeder vleermuis terugkomt in de kolonie met jongen, herkent ze haar eigen jong aan zijn speciale roep en geur.

https://youtu.be/PU_RE-QAyG0
Een groepje laatvliegerjongen met moeders kort na zonsondergang. De moeders vertrekken om te gaan jagen en laten de jongen daarbij achter (Bron: Jan Jeucken).

Dé vleermuis bestaat niet. Er komen in Nederland 18 soorten voor, waaronder de laatvlieger. De laatvlieger (Eptesicus serotinus) is een van de grootste vleermuizen van Nederland. Kenmerkend is zijn forse formaat. Hij weegt zo'n 15 tot 35 gram. De vleugels zijn relatief lang en breed met een spanwijdte van 32 tot 38 centimeter. Gezicht, oren en vlieghuid zijn zwartbruin. De oren zijn relatief klein, meer lang dan breed. De laatvlieger komt in Nederland vrij algemeen voor, hoewel deze sterk achteruit gaat en inmiddels op de Rode Lijst staat. Kraamkolonies van de laatvlieger komen voor zover bekend alleen in gebouwen voor.

De laatvliegers op het filmpje wonen op een kerkzolder in Limburg. Hier bevindt zich al jaren een grote kraamkolonie. De beelden zijn gemaakt met behulp van een vaste infraroodcamera, daardoor worden de vleermuizen niet verstoord. Vleermuisliefhebber Jan Jeucken volgt ‘zijn’ laatvliegers gedurende de zomermaanden en brengt vele uren kijkend achter het beeldscherm door om hun gedrag te bestuderen.

Tekst: Neeltje Huizenga (Zoogdiervereniging).