De monitoringsprojecten MOB Schaijk en Heesch zijn opgezet in 2010 door de zoogdierenvereniging en zij hebben het project 5 jaar lang begeleid. De binnen dit project opgehangen vleermuiskasten zijn een compensatie voor de gebouwen die daar stonden toen MOB's nog actief waren. Het bleek namelijk bij de inspectie van de gebouwen dat er zich vleermuizen in bevonden. De kasten moesten daar een tijdig alternatief voor zijn, voordat de gebouwen gesloopt mochten worden. De Dienst Landelijk Gebied (DLG) heeft toen de Zoogdierenvereniging opdracht gegeven om gedurende 5 jaar de kasten te volgen en over de resultaten te rapporteren. Na 5 jaar is een einde gekomen aan de overeenkomst. Het laatste rapport is afgelopen jaar gemaakt over het monitoringsjaar 2014.
De Telgroep MOB droeg bij aan de monitoring met tweewekelijkse controles, gericht op het vaststellen van vleermuizen in vleermuiskasten en achter de aan gebouwen aangebrachte boeiborden. Ook droeg de telgroep zorg voor de jaarlijkse telling van overwinterende vleermuizen in de voor vleermuizen ingerichte gebouwen en bluskelder.
De Telgroep MOB heeft de monitoring in 2015 voortgezet en heeft haar eerste jaarverslag uitgebracht. Door deze telgroep is elke 14 dagen een monitoringsronde gelopen en dat levert uiteraard een stroom aan gegevens op. Totaal zijn er in het gehele gebied 26 monitoringsronden uitgevoerd. Tijdens deze ronden zijn er, buiten de aantallen van de wintertelling, 167 vleermuizen waargenomen in Schaijk (157 gewone dwerg vleermuizen, 9 gewone grootoren en 1 vleermuis dat door slecht zicht niet op naam gebracht kon worden) en 426 in Heesch (409 gewone dwerg vleermuizen, 15 gewone grootoren en 2 vleermuizen waren niet op naam te brengen).
Het volledige jaarverslag is hier te downloaden (pdf, 2.111 kB).