• header06.jpg
  • header03.jpg
  • header07.jpg
  • header01.jpg
  • header05.jpg
  • header09.jpg
  • header04.jpg

Vleermuisdeskundige Wiegert Steen van de Vleermuiswerkgroep Wageningen bekeek het filmpje en zag dat het om een grootoorvleermuis gaat. Voor de vraag over hoe vaak vleermuizen ten prooi vallen aan roofvogels dook hij in de literatuur.

Bosuil verschalkt grootoorvleermuis (Klik op link) 

  Geen vleermuisspecialisten

Er zijn in Nederland geen roofvogels gespecialiseerd in het jagen op vleermuizen. Dat wil niet zeggen dat roofvogels nooit een vleermuis zullen vangen, maar slechts een uiterst klein deel van hun voedsel bestaat uit vleermuizen. Uit een onderzoek voor de Britse Eilanden uit de jaren 90 blijkt dat het voedsel van dagactieve roofvogels voor slechts 0,0034% uit vleermuizen bestaat en voor de nachtactieve uilen voor 0,035%. Opgeteld waren dat echter wel 200.000 vleermuizen per jaar en blijkt dat ongeveer 10% van de sterfte per jaar onder vleermuizen wordt veroorzaakt door roofvogels en uilen.

Gewone grootoorvleermuisGewone grootoorvleermuis (Bron: Erik Korsten)

Ook zangvogels eten (heel!) soms een vleermuis

Onder dagactieve roofvogels zijn in Nederland waarnemingen bekend van vangsten van vleermuizen door sperwer, slechtvalk, boomvalk, torenvalk en buizerd. Maar ook bij niet-roofvogels als zilvermeeuw, kokmeeuw, ekster en zelfs bij spreeuw, merel en wilde eend is waargenomen dat zij een vleermuis verschalkten. Mogelijk is het grote aantal dagactieve roofvogels een drijvende kracht achter de evolutie van vleermuizen tot nachtdieren.

Bosuil pakt ieder jaar een vleermuis

Slapende bosuilSlapende bosuil (Bron: Erik Korsten)Ondanks het grote aantal dagactieve roofvogels worden de meeste vleermuizen gevangen door uilen. Uilen hebben net als vleermuizen een nachtelijke leefwijze en staan daardoor voor ongeveer 90% garant voor de gevangen vleermuizen onder roofvogels. De bosuil is op de Britse Eilanden met een aandeel van 84% wel het meest de 'vleermuisvanger' onder de uilen. Toch eet een gemiddelde bosuil maar zelden een vleermuis. Uilen zijn opportunistische jagers en het is voor hen veel gemakkelijker om een muis te vangen dan een behendige vleermuis in vlucht. Omgerekend gaat het om 1 vleermuis per 9 maanden (1,1 vleermuis per jaar) voor een bosuil en 1 vleermuis per 13 maanden voor een kerkuil (0,9 vleermuis per jaar). Bij de dagactieve roofvogels komt het helemaal zelden voor… Slechts 1 vleermuis per 20 en 26 jaar voor respectievelijk een torenvalk en een boomvalk.

Vleermuizen op een presenteerblaadje

In zekere zin is bijna elke dood van een vleermuis door een roofvogel ‘een incidentele dood’. Dat het ook nog eens op camera is vastgelegd is echt super-toevallig! Alleen in gevallen waarbij een roofvogel makkelijk bij een kolonie vleermuizen kan komen, en ze als het ware op een presenteerblaadje worden aangeboden, zijn hogere aantallen vleermuizen als prooi waargenomen. Zo liep in Polen bij een grot met een winterverblijfplaats van vleermuizen het percentage vleermuizen in de prooidieren van een paar bosuilen in twintig jaar op van 22% tot 37%. Van kerkuilen zijn soortgelijke opportune gevallen bekend. In Nederland is ook een waarneming bekend van prooiresten van vier laatvliegers in een nest van een boomvalk. Maar dat lijken toch echt bijzondere gevallen.

Meer informatie

Tekst: Wiegert Steen, Vleermuiswerkgroep Wageningen en Erik Korsten, Zoogdiervereniging
Foto's: Beleef de Lente, Vogelbescherming Nederland; Erik Korsten
Film: Beleef de Lente, Vogelbescherming Nederland