‘Alle goede bedoelingen ten spijt; er worden regelmatig nieuwe winterverblijven gemaakt, maar een enkele wordt zo afgewerkt dat er ook echt vleermuizen kunnen hangen.’
Buiten het feit dat de toegang naar het winterverblijf pas vaak opgesnoeid wordt als de daadwerkelijke ronde in de winter gedaan wordt is bovenstaande regel zo’n beetje wat door mijn hoofd spookte toen ik vorig jaar mijn vleermuiswinterverblijven-ronde weer ging doen in onze regio. Men gaat vaak voortvarend te werk, een mooie subsidie in de pocket van de landschappen, provincie, gemeente of zelfs geheel op ‘eigen kosten’, spullen worden verzameld/aangeleverd en bouwen maar!
De wanden van deze nieuwe winterverblijven zijn vaak gebruikte, spiegelgladde betonnen keerwanden die ook gebruikt worden bij het inkuilen van veevoer. Deze worden netjes tegen elkaar geplaatst, soms met een kiertje. Voor het plafond worden vaak Stelconplaten gebruikt die ten opzichte van elkaar een ruimere kier krijgen. Deze platen zijn vaak iets grover, en hebben een paar kleine gaten in de plaat waaraan de plaat op zijn plaats getakeld wordt. Deze gaten worden vaak het snelst bezet door Gewone Grootoren.
Met het plaatsen van een deur en het afdekken met een dikke laag aarde heeft men dan het winterverblijf gemaakt. Jammer genoeg gaat het vaak zo. De initiatiefnemers zijn van goede wil, maar weten vaak niet dat er nog iets meer bij komt kijken om een goed werkend winterverblijf te maken. Vanaf de deur, hopelijk geplaatst aan de korte zijde van het bouwwerk, moet je eigenlijk zo veel mogelijk sluizen maken zodat de totale lengte van het winterverblijf effectief meer wegkruipplaatsen krijgt. Door ruwe bakstenen te gebruiken en géén betonblokken of kalkzandsteen èn deze laat metselen door iemand die eigenlijk niet kan metselen krijg je open stootvoegen en ruimtes waar vleermuizen kunnen wegkruipen. Metselaars willen namelijk maar al te graag een mooie rechte, afgevoegde muur maken waaraan geen specie-korsten hangen. Zo’n slingerpaadje door het winterverblijf is ook goed voor het creëren van diverse klimaatzones in het winterverblijf. Iedere stukje heeft hierdoor een andere temperatuur, luchtvochtigheid en, als er aan het eind van het winterverblijf nog een ontluchtingsgat is, een specifieke mate van tocht. Er wordt veel gedacht dat een winterverblijf niet mag tochten, maar zelfs in de drukbezette mergelgroeves van Limburg is er tocht. Het mag er natuurlijk niet waaien, maar een beetje tocht zorgt voor verschillende miniklimaatjes wat de dieren goed waarderen.
De betonnen wanden kan je ook makkelijk ruwer maken door met een grove tegellijm-kam er tegellijm tegenaan te smeren. De dieren hebben zo meer houvast. Het gros van de dieren wil niet zomaar aan een muur hangen, maar willen hun eigen ruimte en daarmee heb ik hen afgelopen nazomer (september 2018) geholpen. Door het plaatsen van wegkruipstenen in diverse winterverblijven heb ik het aantal wegkruipmogelijkheden ruim vergroot.
Door Noord-oost Brabant heb ik, door een mooie subsidie uit het LAL-potje van Brabants Landschap (gevuld door de Provincie Brabant, PostcodeLoterij en Brabants Landschap) een zestigtal wegkruipstenen kunnen aanschaffen. Deze houtbetonnen stenen zijn geplaatst in diverse winterverblijven in St. Oedenrode, Heeswijk-Dinther, Vinkel, Nuland, Oss, Lith, Demen, Herpen, Reek, Zeeland, Volkel, Odiliapeel, Gassel en Beers.
Op de plek waar jaren geleden het MOB-complex van Zeeland huisde, ligt een oud waterreservoir/bluskelder die, toen defensie wegtrok, omgetoverd werd tot winterverblijf. Omdat dit object midden in de bossen ligt en onverlaten graag willen weten wat het bouwwerk nu werkelijk is, is het vaak slachtoffer geworden van sloopactiviteiten. Door de jaren heen hebben we dat proberen tegen te gaan en de ruimte afgesloten door middel van een zware Stelconplaat. Dit zorgde er echter ook voor dat wij het object niet meer konden tellen in de winterperiode. Met de toegekende subsidie kon ik ook hier iets aan doen. De Stelconplaat, die er zelfs ooit met een 4x4 aangedreven auto vanaf gestrokken was, vastgezet met grote stalen ankers. De toegangsruimte heb ik daarna met wat breekwerkzaamheden groter gemaakt en deze afgesloten met een hufterproof stalen deur met toegangssleuf voor de vleermuizen. Ook deze ruimte is opgewaardeerd met een viertal wegkruipstenen.
Nu is het afwachten of de vleermuizen deze serie verbeterklussen in de regio gaan waarderen, maar er is nu letterlijk niets wat hen nu nog in de weg hangt.
Tekst en foto’s: Carlo Wijnen