Regio 'de Kempen' : 7 september 2018
Op de knieën dan maar. Even aarzel ik. Mijn verrekijker hangt als een stuk lood om mijn nek en ik zie mijn telefoon al ergens tussen de gewelven liggen. Maar Bas zag er eentje vliegen. Een Grootoor. Een van de twee soorten die we eerder deze zomer in Hongarije hadden gemist. Een week lang mistnetten ophangen over kabbelende beekjes in Aggtelek NP had prachtige soorten opgeleverd, maar de Grootoren hadden zich niet laten foppen.
Mijn vader en ik lopen een dagje mee met Bas Dielen. Elk jaar speurt hij – samen met zijn collega’s – de kerkenzolders van de Kempen af. We starten in Budel waar we worden opgewacht door Harry en Harry. Terwijl wij ons een weg banen door het voor ons nog tamelijk onbekende terrein van smalle wenteltrappen, kwetsbaar stucwerk, lage plafonds en onverwachte dwarsbalken, controleren zij de nestkasten voor de Kerkuil. Wij hebben meer succes dan zij: Bas spot de eerste Grijze Grootoorvleermuis in een kleine nis. Zijn/haar kermerkende zwarte snuitje staart ons nieuwsgierig aan. Maar waar zijn de oren?
Onze tweede bestemming is de Achelse Kluis. Terwijl het bier in de weekenden rijkelijk vloeit op de binnenplaats van de abdij, maakt het klooster nu een vervallen indruk. De perfecte plaats voor een vleermuis, zou je zeggen! Al op de benedenverdieping komen we twee Grijze en een Gewone Grootoorvleermuis tegen. Helaas blijft het daarbij: volgens de pastor is het te gevaarlijk om de zolder – waar in voorgaande jaren een mooie kolonie van Grijzen werd aangetroffen – te betreden. Teleurgesteld lopen we terug naar de auto. A bad day for science.
In de kerk in Borkel huist een mooie – en stabiele – kolonie van Gewone Grootoorvleermuizen. Bas telt er 40. Mijn vader en ik blijven steken bij de eerste acht. In elkaars verlengde zitten ze knus tegen de zijwand geplakt. De oren laten zich eindelijk zien: een mooi staaltje evolutie! Een voor een maken de vleermuizen zich los van de wand. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat onze aanwezigheid toch wat verstoring oplevert. We sluiten de deur en de duisternis keert weder.
De andere tellers – René en Mark – treffen we vervolgens in Valkenswaard. Onder het genot van een, twee, drie stukken appeltaart doet iedere groep verslag. Een record in Dommelen. Verwarring over Sterksel. Hoe zit het nu met dat Excelbestand?
Na de lunch vertrekken we naar Heeze. Bas verkent in een sneltreinvaart de zolders, terwijl mijn vader en ik wat beduusd aan het bijkomen zijn van klokslag half twee. Timing bij het kerkzoldertellen is zonder meer belangrijk, zo blijkt nu. Weer twee Grijzen, waarvan een zich prachtig laat fotograferen.
Soerendonk vormt het slotstuk. Mijn vader en ik zijn op het hart gedrukt om deze zolder in ieder geval te bezoeken. De kerk in Soerendonk huisvest momenteel 36 Grijze Grootoorvleermuizen: een prachtig aantal. De zolder brengt me terug naar Hongarije: de penetrante geur van guano, een drukkende warmte en een wolk van stof. Omringd door deze unieke beestjes. Op het koor geniet ik even na: dit zie je toch niet elke dag. De koster grapt dat de pastor toch – onverwacht – een hechte aanhang heeft.
We bedanken Bas voor deze mooie dag. Het fantaseren over onze volgende excursie kan beginnen. Thuis sla ik de Dietz/Von Helversen/Nill erop na. De Gewone en Grijze Grootoorvleermuis zijn sympatrisch, maar de evolutionaire achtergrond daarvan is nog onbekend. Mijn nieuwsgierigheid is geprikkeld.
Geschreven door Marit Vink, dochter van ons werkgroeplid Anton Vink.
Foto's door Anton Vink